Tagarchief: zelfbewustzijn

We zijn allemaal dubbelganger van onszelf


Bekende personen en personages hebben het, zoals Marilyn Monroe, Dorian Gray, Narcissus, Dr Jekyll en zijn alter ego Mr Hide, en Lisa Pallenberg uit mijn eigen roman Alias Lisa. Maar jij en ik hebben het ook, een dubbelganger, een andere kant van jezelf, een imago, of zelfs een compleet alter ego. Waar komt dit vandaan?

‘Jezelf zijn’ als je geestelijke ruststand

Doordat je je bewust bent van bijvoorbeeld iets wat je zegt, verdubbelt deze handeling als het ware. Je zegt het, maar je ziet het jezelf ook doen. Dit is niet iets dat je zomaar aan of uit kunt zetten, je bent nu eenmaal een bewust wezen en dat ben je permanent. Je valt nooit met jezelf samen, steeds ijlt er een soort echo na. De enige momenten waarop je wel samenvalt met jezelf is als je gedachteloos in iets opgaat. Dan ben je ‘jezelf’. Dit kun je omschrijven als ‘je geestelijke ruststand’. Omdat mensen wel eens moe van zichzelf worden, is er een truc bedacht die in allerlei vormen van meditatie gebruikt. Je kunt niet doelbewust aan niets denken, maar je kunt je wel op iets concentreren. Als je dit punt, deze gedachte, heel klein maakt, benader je dat punt van ‘aan niets denken’.

Je bewustzijn is iets dat in principe volgt op alles wat je bezighoudt, maar dat wil niet zeggen dat dat ook altijd feitelijk gebeurt. De capaciteit van je bewustzijn is daarvoor botweg veel te beperkt en het zou je in veel situaties ook veel te traag maken. Inlevingsvermogen en reflectie zijn de sterke kanten van je bewustzijn, maar niet snel en accuraat handelen. Je bewustzijn is niet het commandocentrum dat je leven aanstuurt. Ik stel me ons bewustzijn voor als een mijnwerkerslamp op je hoofd. Een lamp die zo is bevestigd dat hij met een zekere vertraging meebeweegt met je hoofd en ook nog wel eens spontaan een andere kant op schijnt (als je gedachten afdwalen). Je kunt met andere woorden niet zeggen dat die lamp je altijd even goed en tijdig bijlicht. Bovendien heeft zo’n lamp maar een hele smalle lichtbundel. Ik hou het er maar op dat ons hele handelen voor negentig procent wordt bepaald door onze algemene, onbewuste intelligente vermogens en dat we ons maar van tien procent van wat we doen bewust worden. Achteraf. Inderdaad, ons leven is als een ijsberg, alleen het topje steekt boven water.

Zelfbewustzijn

In je bewustzijn zie je ook jezelf verschijnen. Dit is je zelfbewustzijn. Zoals eerder gezegd is je bewustzijn het vermogen om de dingen vanuit meerdere gezichtspunten te bekijken (zie Het theater van je bewustzijn). Dit zijn de gezichtspunten van andere personen, specifieke anderen en anonieme, algemene anderen. Al deze personen kijken voortdurend over je schouder mee naar alles wat je doet en leveren commentaar. Zelfbewustzijn is het voortdurende besef hoe je over komt op anderen. Hier ga je je natuurlijk naar gedragen. In Een mens en zijn persona’s beschreef ik al dat mensen in verschillende omgevingen verschillende kanten van zichzelf laten zien. Je speelt met andere woorden verschillende rollen, je neemt verschillende persona’s aan. In de sociale wetenschappen wordt dit ook wel de ‘definitie van de situatie’ genoemd, de rollen en spelregels zoals die voor iedereen zijn vastgelegd. Een politieagent die naar een groepje jongeren toeloopt die hem uitdagen, zal strijd moeten leveren om de situatie zo te definiëren dat híj degene is met gezag. Hij kan dit proberen te doen met lichaamstaal, gezag uitstralen, maar één moment van aarzeling en hij is weg. Om een bepaalde definitie van een situatie te ondersteunen worden er vaak hulpmiddelen bij gebruikt, zoals het uniform van een politieagent, de rituelen bij een zitting van een rechtbank en de aparte locatie bij een therapeutisch gesprek.

De rollen die je vervult bij de uitoefening van je beroep zijn tamelijk formeel en staan op enige afstand van jezelf. Het schakelen naar die rollen is daarom meestal niet erg ingrijpend. Dat ligt anders bij bijvoorbeeld het uit de kast komen van een homoseksueel of transgender. Dat is een grote omschakeling die risico’s met zich meebrengen en waar lang aan gewerkt moet worden voordat die zijn beslag heeft gekregen. Ook kun je vastlopen in het leven dat je leidt en de persoon die je daarin bent. Een rol geeft rust en kracht, ook zo’n ‘persoonlijke’ rol, maar het moet niet te star worden, want dan gaat het knellen. Zeker voor persoonlijke rollen geldt dat ze mee moeten meegroeien met jezelf. Je ‘zelf’, als je geestelijke ruststand, kun je daarbij zien als de bron van je persoon.

Marilyn Monroe en het beest

Ieder mens speelt rollen, maar de grote vraag is of je dit op een gezonde manier doet of niet. Het gaat erom of je je persoonlijke integriteit weet te bewaren. Zodra je delen van jezelf prijsgeeft door ze te ontkennen of op de één of andere manier te verdringen, gaat het mis. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het Faust-verhaal, waarin iemand zijn ziel aan de duivel verkoopt. Zo zou Robert Johnson, de beroemde bluesgitarist, bij volle maan op een verlaten kruising zijn ziel aan de duivel verkocht hebben in ruil voor virtuoos gitaarspel. Er is niets tegen virtuoos gitaarspel, maar de ziel van een musicus zit in zijn muzikaliteit en dat betekent dat je niet steeds twintigduizend noten per minuut moet spelen, ook al heb je daar veel succes mee bij sommige fans. Een musicus die alleen nog spetterende gitaarsolo’s speelt, ruilt zijn muzikaliteit in voor succes. Daarmee wordt zijn kunst een kunstje. 

En zo had Marilyn Monroe succes met haar rol als verleidelijke vrouw. En liet zich verleiden die rol voortdurend te spelen. Sterk zijn de benen die de weelde van een succesvol imago kunnen dragen. Marilyn had mooie benen maar sterk waren ze niet. Je zou overigens ook van bijzonder goede huize moeten komen om opgewassen te zijn tegen de agressiviteit waarmee het publiek haar kunstje opeiste. Het was een ongelijke strijd, zwaar beschadigd door een jeugd als ondergeschoven kind, maakte ze geen schijn van kans en werd een willoos idool in handen van een monsterachtig publiek dat haar kwijlend van begeerte met zijn ogen verslond.

Marilyns derde echtgenoot Arthur Miller had degene moeten zijn die in haar gezelschap mens wist te blijven en haar daarmee de ruimte liet om ook zelf weer mens te zijn. Zijn liefde voor haar als mens zou opgewassen moeten zijn tegen zijn begeerte. Het begon zo mooi, als een liefhebbende echtgenoot die één en al oog was voor haar als mens. Maar toen op een kwade dag staken de schubben van zijn ware aard door zijn huid heen en ontpopt hij zich toch als een kwijlend beest als al die anderen. Die rare plekjes op zijn huid waren haar aanvankelijk nog niet opgevallen, maar toen versprak hij zich en noemde haar niet meer ’Norma Jean’ maar ‘Marilyn’.

De faustiaanse verleiding heeft de gedaante van Marilyn Monroe aangenomen

Faust deed het voor briljante wetenschappelijke inzichten en Robert Johnson voor virtuoos gitaarspel. In de tragedie van Marilyn Monroe heeft de verleiding de gedaante van een mens aangenomen, zijzelf. Als ongewenst kind was de verleiding bijzonder groot om het spelletje mee te spelen toen al op jonge leeftijd bleek dat ze als vrouw zeer gewenst was. Ook als actrice heeft ze er aanvankelijk zelf hard aan meegewerkt haar aantrekkingskracht uit te buiten. Tegenover de vloedgolf aan begeerte die vervolgens ontstond was ze echter kansloos. Haar probleem was ook dat iedereen bij wie ze hoopte zichzelf te kunnen zijn zelf ook in verleiding werd gebracht door haar aantrekkingskracht. 

Dorian Gray, een minder onschuldige verleider

In Het Portret van Dorian Gray, het beroemde verhaal van Oscar Wilde, is de mooie Dorian allerminst een slachtoffer van zijn aantrekkelijkheid. De (in het verhaal) bekende schilder Basil Hallward ontmoet Dorian en is diep onder de indruk van diens schoonheid. Hij voelt zich als kunstenaar ontketend door de aanblik van Dorian, maar is tegelijkertijd bang voor diens aantrekkingskracht. Hij weet dat deze muze hem zal verzwelgen. Basil wil er vandoor gaan, maar komt Dorian natuurlijk toch weer tegen. Het resultaat is een portret van verterende schoonheid, dat losgezongen van de werkelijkheid een eigen leven gaat leiden. Basil is er zo door van slag dat hij het niet tentoon wil stellen en geeft het aan Dorian. Basils vriend Lord Henry neemt de rol van Mephisto op zich en verleidt Dorian, toch al een narcistisch type, volop gebruik te maken van zijn jeugdige schoonheid, ‘want die is zomaar voorbij’. Aangestoken door Lord Henri verzucht Dorian dat ‘hij zou zijn ziel zou geven om voor eeuwig te mogen blijven als op zijn portret.’ Deze wens blijkt al gauw verhoord te zijn. Na één van zijn eerste escapades, waarbij hij een jongedame harteloos aan de kant zet en zij zelfmoord pleegt, valt hem het verschil op tussen zijn beeltenis op het portret en in een spiegel ernaast. De spiegel toont nog steeds de ontwapenend mooie jongeling, maar op het portret zijn wrede, harde trekken rond zijn mond ontstaan. Al gauw blijkt dat het portret niet alleen de uiterlijke lasten van een liederlijk leven van zijn schouders neemt, maar ook de innerlijke. Als een gewetenloze, giftige, engelachtige verschijning gaat hij verder door het leven en het doet hem weinig dat hij een spoor achterlaat van eens veelbelovende jongelingen die hij in het verderf heeft gestort. Het portret is ondertussen letterlijk een spiegel van zijn daden. Als Dorian Basil, die naar zijn smaak te veel druk uitoefent zijn levensstijl te veranderen, doodsteekt, verschijnt er op het portret bloed aan zijn handen. Na een liederlijk leven oogt hij nog steeds als een onschuldige engel. Hij bedenkt dat het portret eigenlijk het enige bewijs van al zijn wandaden is. Met hetzelfde mes waarmee hij Basil heeft doodgestoken wil hij het portret vernietigen. Dorians bediendes horen een door merg en been gaande kreet en gaan kijken. Ze treffen het lichaam aan van een verschrompelde, oude man met een mes in zijn hart, die ligt voor het portret van een beeldschone Dorian Gray in zijn jonge jaren. Alleen aan een ring aan de vinger van de oude man kunnen ze vaststellen wie hij is.

De Mannetjesmaker

Een apart aspect van een imago is dat er soms sprake is van een mannetjesmaker, iemand die in staat is een ander een succesvol imago te geven. In de op ware gebeurtenissen gebaseerde Nederlandse speelfilm De Mannetjesmaker (1983) draait het om de spindoctor Ben Mertens. Deze wist met zijn tactische inzichten en de speeches die hij schreef, de weinig succesvolle politicus Herbert van de Wall tot grote hoogte op te stuwen. Als Mertens overspannen wordt en niet meer kan werken zakt de positie van Van de Wall weer snel in. Door Mertens morfine voor te laten schrijven en zodoende weer aan het werk te krijgen, weet Van de Wall met hulp van Mertens weer terug te keren. Tot Mertens met een zware morfine-verslaving in een afkick-kliniek belandt. Daar overlijdt hij onder onopgehelderde omstandigheden aan een overdosis en komt er een definitief einde aan de politieke carrière van Van de Wall.

In Het Portret van Dorian Gray is de schilder Basil Hallward de mannetjesmaker. Hoewel Dorian Gray Hallward niet nodig had voor zijn imago van onweerstaanbare jongeling was het de schilder die met zijn portret Dorian een imago gaf dat op eigen kracht bleef bestaan. Met alle gevolgen van dien natuurlijk. In onze huidige cultuur zijn de fotografen en filmmakers de mannetjesmakers van onze tijd. Zij weten mensen zo te ‘belichten’ dat zij een persoon worden die boven zichzelf uitstijgt. Zij spelen een belangrijke rol in het maken van film- en muziekidolen. In Alias Lisa is de portretfotograaf Taco Noorda een echte mannetjesmaker, hij kan met een portret bereiken wat Grenouille (Het Parfum) kan met parfum: hij kan iemand onweerstaanbaar aantrekkelijk maken. Noorda haalt met een portret kanten in iemand boven die hem de X-factor geven en een nieuwe persoon van hem maken. Zo’n portret blijkt echter ook steeds meer iemands leven te gaan beheersen. Zoals ik al eerder zei, sterk zijn de benen die de weelde van een succesvol imago kunnen dragen.

‘Integer zijn’, oftewel ‘een geheel zijn’, maar welk ‘geheel’?

Wat is de verbindende factor in het volgende rijtje? Faust en de bluesgitarist Robert Johnson die hun ziel aan de duivel verkochten, ontaarde kunst, verboden kennis, ‘kwade trouw’ (of huichelachtigheid) en privacy-schending. In het hele rijtje draait het om integriteit, een integriteit die door verleiding of naïviteit en al dan niet bewust door iemand zelf kan worden prijsgegeven, maar ook een integriteit die door anderen kan worden bedreigd of aangetast. Het woord ‘integriteit’ – integer zijn – betekent volledig, of een geheel zijn, maar over welk geheel hebben we het dan? Wat moet een geheel zijn? Wanneer ben je een geheel en wat kan er misgaan met dat geheel?

Integriteit en zelfbewustzijn

Integriteit zegt iets over hoe iemand zich bewust is van zichzelf, het zegt iets over iemands zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn is een eigenschap die je in staat stelt om naar jezelf te kijken met de ogen van een ander. Sterker nog, ‘ken u zelf’ is alleen mogelijk via anderen. Specifieke anderen kunnen een grote rol spelen, maar meestal is dit vooral die hele grote anonieme Ander, die zich vormt uit alles wat je hoort en meemaakt. Het ontstaan van zelfbewustzijn in de evolutie wordt vaak in verband gebracht met het belangrijker worden van het leven met soortgenoten. De wereld van mensen worden zo allesoverheersend bepaald door onze medemensen, dat het succes in je leven voor een groot deel afhangt van hoe goed je je in die mensenwereld kunt bewegen. Hierbij gaat het onder meer om zaken als het je kunnen verplaatsen in de positie van een ander en aanvoelen hoe een ander jou ziet.

Verder is dat zelfbewuste denken niet iets wat je kunt uitzetten als een radio. Een niet-zelfbewust wezen is wat hij is  – alleen weet hij dat natuurlijk niet – en is daardoor een geheel. Een zelfbewust wezen als een mens produceert een permanente stroom van beelden van zichzelf en kan alleen een geheel blijven – oftewel integer blijven – zo lang al die zelfbeelden ook steeds weer worden opgenomen in de stroom.

De mythische vogel Phoenix

Op een vergelijkbare manier herrijst de bekende mythische, Griekse vogel Phoenix steeds opnieuw uit de as van zijn voorganger in een eeuwigdurende stroom van vernieuwing. Iedereen kent de ervaring dat je je sterk en voldaan voelt nadat je even helemaal in iets bent opgegaan. ‘Opgaan in iets’ wil zeggen ‘even loslaten wat je was’, zodat je daarna ‘als herboren’ bij jezelf kunt terugkeren. Dat wil zeggen, grotendeels zoals je was, maar toch weer een beetje anders. En misschien totaal anders en begin je echt een nieuw leven.

‘Verdringing’ en ‘kwade trouw’

Zelfbeelden die een eigen leven gaan leiden, is ook een fenomeen dat bekend is in de psychiatrie. Het gaat dan meestal om ‘verdringing’: je laat om de één of andere reden bepaalde zelfbeelden niet (meer) toe tot je bewustzijn. En daarmee laat je ze ook niet toe tot ‘de stroom van jezelf’, waardoor ze niet verwerkt kunnen worden. En zoals dat gaat met stromen waarin je een obstakel gooit, weet je nooit hoe ver de verstoring doorwerkt.

Sartre sprak over ‘kwade trouw’ in een voorbeeld van iemand die zó zelfbewust kelner was dat het onecht werd en het meer leek op een gespeelde rol. Ik ben ook wel eens iemand tegengekomen die heel aardig tegen me deed op een manier dat ik dacht ‘dit wordt vast met een camera opgenomen’.

De ziel van Robert Johnson

De bluesgitarist Robert Johnson verkocht om middernacht op een verlaten kruispunt ergens in de Mississippi-delta in de dertiger jaren zijn ziel aan de duivel in ruil voor ontketend spel op zijn gitaar, zo wil de legende. Dat is natuurlijk een prachtig, onheilspellend beeld, met Johnson als Faust, de duivel als Mephistopheles en het ontketende gitaarspel als een duivels streven.

Robert Johnson had overigens ook echt ‘duivelse’ trekjes. Wat dacht je van deze tekst: ‘Me and the devil was walking side bij side / And I’am goin’ to beat my woman until I get satisfied’ (dit voorbeeld heb ik uit ‘De Duivelskunstenaar’, van Pieter Steinz). Niet alleen in zijn sterke maar huiveringwekkende muziekteksten, maar ook in de verdere beschrijving van zijn leven lijkt hij voortdurend erg angstig en opgejaagd, alsof hij vecht met een opkomende psychose. Psychische problemen kunnen maken dat je niet meer in staat bent om alles wat je ervaart en doet onderdeel te maken van jezelf en daarmee is je integriteit aangetast. Voor de duidelijkheid: dit is geen verwijt maar een constatering.

‘Kunstmatig van nature’

Het Faust-thema kun je uitleggen als de innerlijke strijd tussen de zucht naar bevrijding van grenzen en de angst voor verlies van jezelf door grenzeloosheid. Die twee kanten zijn ook terug te zien in integriteit: je moet loslaten wat je was om zodoende jezelf te kunnen vernieuwen. Denk aan de vogel Phoenix. ‘Je ziel aan de duivel verkopen’ staat voor de angst om jezelf te verliezen als je het vertrouwde loslaat. Iets veroordelen als ‘verboden kennis’ of ‘entartete Kunst’ kun je ook zien als een uiting van diezelfde angst. Adam en Eva mochten niet eten van de vruchten van de boom van kennis omdat je daarmee de traditionele wereld loslaat (en daarmee de dogma’s van de kerk). En als je die wereld eenmaal hebt losgelaten is er geen weg meer terug, want als je iets weet, kom je er niet meer vanaf. Hoewel, met een slecht geheugen wil dat wel lukken. En met schijnheiligheid.

De ‘tragiek’ van de mens is dat we zelfbewustzijn hebben ontwikkeld en daardoor niet meer zonder meer zijn wat we zijn. Door ons zelfbewuste denken zijn we niet meer zonder meer ‘geaard’ in wat ons van nature is gegeven. De ontwikkeling van zelfbewustzijn kun je zien als de overgang van de natuurlijke selectie naar de kunstmatige selectie in de evolutie (zie ‘Kunstmatig van nature’, van Jos de Mul).

‘Extatische godsdiensten’

Net als dat de angst voor grenzeloosheid zo oud is als de wereld, geldt dat voor de zucht naar bevrijding van grenzen. In zogeheten ‘extatische godsdiensten’ proberen dienaren sinds mensenheugenis rituelen uit te voeren om – al dan niet met behulp van geestverruimende middelen – buiten zichzelf te treden om zodoende hun god direct te kunnen ervaren in plaats van indirect over hem na te denken. Orakels en helderzienden proberen met of zonder hulp van rituelen en andere zaken verder te kijken dan ze met hun gewone ogen kunnen. Musici die op het scherpst van de snede moeten improviseren, willen nog wel eens ver gaan om los te komen van de grenzen in hunzelf. En in de zestiger en zeventiger jaren leek iederéén wel bezig om met behulp van LSD en andere geestverruimende middelen los te komen van de begrenzingen van zichzelf.

Stigmatisering, wetenschapsfraude en zwarte hoodoo

Iemand die een keer iets steelt is nog geen dief. Je wordt een dief als anderen je als zodanig stigmatiseren en als je jezelf zo ziet. Op eenzelfde manier is er een verschil tussen een wetenschapper die heel succesvol is en een wetenschapper die zichzelf identificeert met het beeld van een hele succesvolle wetenschapper. Als dit laatste een eigen leven gaat leiden, is zijn integriteit aangetast. Als dit blijft bij een zelfbeeld, dan is het enige gevolg dat je hem misschien een verwaande kwast vindt. Maar het kan hem ook onder druk zetten om succesvol te blijven. Daardoor kan hij geblokkeerd raken, of in de verleiding worden gebracht om de gewenste spectaculaire onderzoeksgegevens bij elkaar te verzinnen.

Doelbewuste stigmatisering om iemands integriteit te beschadigen zie je ook vaak terug bij pesten, de hedendaagse variant van zwarte hoodoo praktijken. Ook wordt deze tactiek al tientallen jaren op grote schaal gebruikt in actualiteitenprogramma’s. In plaats van afgeknipte haren en nagels wordt er gebruikgemaakt van videobeelden. Stel dat je een keer raar hebt gestotterd in gezelschap. Dan kun je dat weer een integraal onderdeel van jezelf maken door er bijvoorbeeld zelf een grap over te maken. Op zo’n manier laat je niets tussen jezelf en dat gedrag komen: je accepteert het als iets wat jij hebt gedaan. Maar als iemand daar een video-opname van heeft gemaakt, dan verlies je de greep op dat onderdeel van jezelf. Hij kan die beelden van jou op allerlei ‘leuke’ manieren monteren – zoals twintig keer heel snel achter elkaar zetten – en dat tot in de eeuwigheid op internet en in de media rond laten gaan.

Stigmatisering kan ook gebeuren met behulp van persoonsgegevens. Daarom is bescherming van je privacy zo belangrijk. Anderen kunnen je vastpinnen op een beeld van jou en dit manipuleren en tegen je gebruiken zonder dat je weerwoord kunt geven. Verzekeringsmaatschappijen en banken weigeren je bijvoorbeeld plotseling als klant, maar zeggen niet waarop dit is gebaseerd. Het argument ‘je hebt toch niets te verbergen’ is niet relevant, want het feit dat je de greep op een beeld van jezelf wordt ontnomen, is op zich al een aantasting van je integriteit.