Schrijven is leven als een monnik, toch?

Mijn laatste blog dateert van 25 maart – erg lang geleden! En dat terwijl ik zo veel te vertellen had. Binnenkort gaat er heus een vervolg komen over onder meer mijn idee voor een ‘literatuur-cloud’, maar de afgelopen weken heb ik even voorrang gegeven aan mijn volgende boek. De hoofdzaak is voor mij het schrijven van fictie en als daar schot in zit, dan maak ik daar zo veel mogelijk gebruik van. Iedereen die regelmatig ‘iets moet bedenken’ zal dat herkennen. Het was met andere woorden om een positieve reden.

Ruim een jaar geleden ben ik parttime gaan werken om meer tijd te hebben om te schrijven. Dat valt echter nog niet mee om de vrijgekomen tijd daar ook daadwerkelijk aan te kunnen besteden. Om zo productief te zijn als ik eigenlijk zou willen – ieder jaar een boek – zou ik moeten leven als een monnik. En dat gaat mij te ver, ik wil ook nog enig sociaal leven hebben. OK, en een beetje tijd om te lezen, films te kijken, muziek te maken, te zeilen, film en fotografie en nog zo wat.

Mijn vorig jaar, na zeven jaar werk, gepubliceerde eerste roman heb ik geschreven naast een drukke, fulltime baan. Vat het maar zo op dat ik wel een enorme liefhebber moet zijn om zoiets tot een goed einde te brengen. Overigens is dat nog waar ook: alleen door heel zuinig te zijn op mijn inspiratie heb ik dat vol kunnen houden. Dat deed ik door mij op geen enkele manier onder druk te laten zetten: ik schreef wat mij beviel, niet meer en niet minder. Op deze manier werd het niet nog eens een extra taak naast mijn baan, maar bleef het een ‘passie’ (ik haat het woord ‘hobby’). Ik heb wel eens het idee gehad dat mij dat heeft behoed voor een burn-out. En monniken met een burn-out ken ik niet. Maar ik ken er ook niet zo veel.