Maandelijks archief: januari 2013

Dokter, ik heb last van meningen

Heb jij daar ook zo’n last van, meningen? Meningen en oordelen? Je leest iets in de krant en je schiet al weer vol. Peuters met ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’ die naar een andere school worden gestuurd, de dreigcultuur op internet, geweld op het (voetbal-)veld en niet te vergeten het geweld tegen vrouwen in India. Als maagzuur schieten de meningen en oordelen omhoog. Neem de paus die zegt dat de wereldvrede (dat was toch James Bond die alles opblies tot ‘wereld’-proporties?) ernstig bedreigd wordt door euthanasie, abortus en het homohuwelijk. In een reflex heeft zich mijn mening gevormd: de paus, die hele katholieke kerk van hem, alle dogmatische religies, alle ideologieën en al die anderen die vinden dat zij de zieltjes van anderen moeten redden, díe vormen pas een bedreiging van de wereldvrede. Nee, daar helpt geen Rennie tegen.

Maar wat is een mening eigenlijk?

Nu ik voor het eerst eens in het woordenboek op zoek wat het betekent, blijkt het alles van een denkbeeld tot een oordeel te kunnen betekenen. Daar heb ik niets aan. Waar het mij om gaat is juist een onderscheid te kunnen maken tussen een ‘uitwisseling van denkbeelden’ – dit is een opening voor een gesprek – en een mening als verkapte primaire reflex. En over dit laatste: niks geen bezinning of argumentatie, maar snel en hard terugslaan. Afreageren. Deze primaire reflex is afkomstig uit de lagere regionen van onze hersenen. Iedereen doet het – ik ook – de één doet het een enkele keer, de ander voortdurend. Je kunt beschaving zien als je vermogen om op de juiste momenten die primaire reactie even uit te stellen en enige redelijkheid toe te laten.

Maar wat is redelijkheid eigenlijk?

Helaas is de Dikke Van Dale over ‘redelijk’ net zo ruimdenkend als over een ‘mening’. Ik zal dus zelf iets moeten bedenken. Wat ik wil is een onderscheid maken tussen rationaliteit en redelijkheid. ‘Rationeel gedrag’ wil ik reserveren voor ‘argumenterend’ en ‘redelijk gedrag’ staat voor het hele scala aan wijze en verstandige bedenkingen. We weten allemaal dat rationeel gedrag soms goed is, maar in andere situaties hopeloos tekort schiet. Als de situatie vraagt om intimiteit, dan kun je beter putten uit andere bronnen dan je rationaliteit. Maar ook een wetenschapper die zit te broeden op dat beslissende inzicht, kan op een gegeven moment beter even iets anders gaan doen, omdat hij last van tunnelvisie krijgt. En denk ook aan ‘rationaliseren’: door-argumenteren terwijl het onderwerp al lang achter de horizon is verdwenen. Redelijkheid is je vermogen om te weten wanneer het tijd wordt om over te schakelen op iets anders: een ander soort gesprek, een ander onderwerp, andere activiteiten, enz. Rationeel gedrag maakt gebruik van je rationele vermogens en redelijk gedrag van al je vermogens. Rationeel gedrag is altijd bewust en redelijk gedrag kan zowel bewust als onbewust zijn. Tegenover het aloude ideaal van de rationele mens wil ik het ideaal stellen van de redelijke mens. Het is interessant om te bedenken waarom de personen die je bewondert, zo goed zijn. Is dat omdat ze zo scherp kunnen redeneren, of omdat ze zo’n scherpe intuïtie hebben? Intuïtie is voor mij een ander woord voor je onbewuste.

Hubots als menselijk gezelschap

Heb je de nieuwe serie Real Humans al gezien? Erg leuk. Hij zal waarschijnlijk wel een keer op de Nederlandse tv komen, maar is voorlopig alleen op dvd verkrijgbaar. In de serie gaat het om zogenaamde hubots, een samentrekking van ‘human robots’. Hubots – sterk op mensen lijkende robots – zijn in opkomst in bedrijven en het huishouden voor praktische taken, maar ook voor de meest intieme vormen van ‘menselijk’ gezelschap. Met alle persoonlijke en maatschappelijke fricties van dien. Zonder het verhaal te verklappen wil ik het hebben over een interessant thema in de serie: hubots als menselijk gezelschap.

Hoe kan een hubot nu menselijk gezelschap zijn? Het is immers een ding, een geprogrammeerde computer. Hij heeft geen ziel. Hij zal ook voorspelbaar reageren, want hij heeft per definitie een beperkt repertoire. Wie wil nu een gesprekspartner die alleen zijn eigen beperkte riedel afdraait? Maar aan de andere kant is hij juist onvoorspelbaar, want wat doet hij als hij vastloopt met zijn beperkte repertoire? En hij mist de jarenlange gemeenschappelijke achtergrond. En toekomst. Daarom is hij niet te vertrouwen. Hij heeft ook geen gevoel, hoe kan hij dan begrijpen wat ik voel? Het is onmenselijk om ouderen te laten verzorgen door hubots (waar ze in de serie onder andere voor worden gebruikt). Zeker als ze aan het dementeren zijn en niet meer doorhebben dat het medeleven van zo’n hubot niet echt is. Het is immoreel om toe te laten dat zo’n weerloos oudje allerlei gevoelens projecteert op zo’n apparaat en zich eraan hecht alsof het een mens is. Geef hem dan een hond.

Dit was een kleine bloemlezing van wat er in mezelf opkwam en in discussie met anderen naar aanleiding van de hubots. En het is niet moeilijk om deze bloemlezing nog flink uit te breiden. Maar wat ik me afvraag is of dit geen rationalisaties zijn. Missen we niet het belangrijkste punt in het menselijk contact: intuïtie, oftewel mensenkennis? Wat zegt je intuïtie over ‘de persoonlijke omgang met hubots’? Mijn intuïtie aarzelt. Misschien nog wel het meeste omdat ik zijn bedoelingen niet kan peilen. Welk ‘programma’ zit er achter zijn gedrag? Of belangrijker: wiens ‘programma’?

Toch blijft het curieus dat mensen opgewonden kunnen raken van een robot. Chimpansees niet. Denk ik. Zelfs niet van een hele mooie chimpbot van de juiste sekse. Maar dat is beschaving. De vraag is of onze beschaving zo ver gaat dat wij in de toekomst menselijke betrekkingen kunnen aanknopen met hubots.