Maandelijks archief: mei 2014

‘Integer zijn’, oftewel ‘een geheel zijn’, maar welk ‘geheel’?

Wat is de verbindende factor in het volgende rijtje? Faust en de bluesgitarist Robert Johnson die hun ziel aan de duivel verkochten, ontaarde kunst, verboden kennis, ‘kwade trouw’ (of huichelachtigheid) en privacy-schending. In het hele rijtje draait het om integriteit, een integriteit die door verleiding of naïviteit en al dan niet bewust door iemand zelf kan worden prijsgegeven, maar ook een integriteit die door anderen kan worden bedreigd of aangetast. Het woord ‘integriteit’ – integer zijn – betekent volledig, of een geheel zijn, maar over welk geheel hebben we het dan? Wat moet een geheel zijn? Wanneer ben je een geheel en wat kan er misgaan met dat geheel?

Integriteit en zelfbewustzijn

Integriteit zegt iets over hoe iemand zich bewust is van zichzelf, het zegt iets over iemands zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn is een eigenschap die je in staat stelt om naar jezelf te kijken met de ogen van een ander. Sterker nog, ‘ken u zelf’ is alleen mogelijk via anderen. Specifieke anderen kunnen een grote rol spelen, maar meestal is dit vooral die hele grote anonieme Ander, die zich vormt uit alles wat je hoort en meemaakt. Het ontstaan van zelfbewustzijn in de evolutie wordt vaak in verband gebracht met het belangrijker worden van het leven met soortgenoten. De wereld van mensen worden zo allesoverheersend bepaald door onze medemensen, dat het succes in je leven voor een groot deel afhangt van hoe goed je je in die mensenwereld kunt bewegen. Hierbij gaat het onder meer om zaken als het je kunnen verplaatsen in de positie van een ander en aanvoelen hoe een ander jou ziet.

Verder is dat zelfbewuste denken niet iets wat je kunt uitzetten als een radio. Een niet-zelfbewust wezen is wat hij is  – alleen weet hij dat natuurlijk niet – en is daardoor een geheel. Een zelfbewust wezen als een mens produceert een permanente stroom van beelden van zichzelf en kan alleen een geheel blijven – oftewel integer blijven – zo lang al die zelfbeelden ook steeds weer worden opgenomen in de stroom.

De mythische vogel Phoenix

Op een vergelijkbare manier herrijst de bekende mythische, Griekse vogel Phoenix steeds opnieuw uit de as van zijn voorganger in een eeuwigdurende stroom van vernieuwing. Iedereen kent de ervaring dat je je sterk en voldaan voelt nadat je even helemaal in iets bent opgegaan. ‘Opgaan in iets’ wil zeggen ‘even loslaten wat je was’, zodat je daarna ‘als herboren’ bij jezelf kunt terugkeren. Dat wil zeggen, grotendeels zoals je was, maar toch weer een beetje anders. En misschien totaal anders en begin je echt een nieuw leven.

‘Verdringing’ en ‘kwade trouw’

Zelfbeelden die een eigen leven gaan leiden, is ook een fenomeen dat bekend is in de psychiatrie. Het gaat dan meestal om ‘verdringing’: je laat om de één of andere reden bepaalde zelfbeelden niet (meer) toe tot je bewustzijn. En daarmee laat je ze ook niet toe tot ‘de stroom van jezelf’, waardoor ze niet verwerkt kunnen worden. En zoals dat gaat met stromen waarin je een obstakel gooit, weet je nooit hoe ver de verstoring doorwerkt.

Sartre sprak over ‘kwade trouw’ in een voorbeeld van iemand die zó zelfbewust kelner was dat het onecht werd en het meer leek op een gespeelde rol. Ik ben ook wel eens iemand tegengekomen die heel aardig tegen me deed op een manier dat ik dacht ‘dit wordt vast met een camera opgenomen’.

De ziel van Robert Johnson

De bluesgitarist Robert Johnson verkocht om middernacht op een verlaten kruispunt ergens in de Mississippi-delta in de dertiger jaren zijn ziel aan de duivel in ruil voor ontketend spel op zijn gitaar, zo wil de legende. Dat is natuurlijk een prachtig, onheilspellend beeld, met Johnson als Faust, de duivel als Mephistopheles en het ontketende gitaarspel als een duivels streven.

Robert Johnson had overigens ook echt ‘duivelse’ trekjes. Wat dacht je van deze tekst: ‘Me and the devil was walking side bij side / And I’am goin’ to beat my woman until I get satisfied’ (dit voorbeeld heb ik uit ‘De Duivelskunstenaar’, van Pieter Steinz). Niet alleen in zijn sterke maar huiveringwekkende muziekteksten, maar ook in de verdere beschrijving van zijn leven lijkt hij voortdurend erg angstig en opgejaagd, alsof hij vecht met een opkomende psychose. Psychische problemen kunnen maken dat je niet meer in staat bent om alles wat je ervaart en doet onderdeel te maken van jezelf en daarmee is je integriteit aangetast. Voor de duidelijkheid: dit is geen verwijt maar een constatering.

‘Kunstmatig van nature’

Het Faust-thema kun je uitleggen als de innerlijke strijd tussen de zucht naar bevrijding van grenzen en de angst voor verlies van jezelf door grenzeloosheid. Die twee kanten zijn ook terug te zien in integriteit: je moet loslaten wat je was om zodoende jezelf te kunnen vernieuwen. Denk aan de vogel Phoenix. ‘Je ziel aan de duivel verkopen’ staat voor de angst om jezelf te verliezen als je het vertrouwde loslaat. Iets veroordelen als ‘verboden kennis’ of ‘entartete Kunst’ kun je ook zien als een uiting van diezelfde angst. Adam en Eva mochten niet eten van de vruchten van de boom van kennis omdat je daarmee de traditionele wereld loslaat (en daarmee de dogma’s van de kerk). En als je die wereld eenmaal hebt losgelaten is er geen weg meer terug, want als je iets weet, kom je er niet meer vanaf. Hoewel, met een slecht geheugen wil dat wel lukken. En met schijnheiligheid.

De ‘tragiek’ van de mens is dat we zelfbewustzijn hebben ontwikkeld en daardoor niet meer zonder meer zijn wat we zijn. Door ons zelfbewuste denken zijn we niet meer zonder meer ‘geaard’ in wat ons van nature is gegeven. De ontwikkeling van zelfbewustzijn kun je zien als de overgang van de natuurlijke selectie naar de kunstmatige selectie in de evolutie (zie ‘Kunstmatig van nature’, van Jos de Mul).

‘Extatische godsdiensten’

Net als dat de angst voor grenzeloosheid zo oud is als de wereld, geldt dat voor de zucht naar bevrijding van grenzen. In zogeheten ‘extatische godsdiensten’ proberen dienaren sinds mensenheugenis rituelen uit te voeren om – al dan niet met behulp van geestverruimende middelen – buiten zichzelf te treden om zodoende hun god direct te kunnen ervaren in plaats van indirect over hem na te denken. Orakels en helderzienden proberen met of zonder hulp van rituelen en andere zaken verder te kijken dan ze met hun gewone ogen kunnen. Musici die op het scherpst van de snede moeten improviseren, willen nog wel eens ver gaan om los te komen van de grenzen in hunzelf. En in de zestiger en zeventiger jaren leek iederéén wel bezig om met behulp van LSD en andere geestverruimende middelen los te komen van de begrenzingen van zichzelf.

Stigmatisering, wetenschapsfraude en zwarte hoodoo

Iemand die een keer iets steelt is nog geen dief. Je wordt een dief als anderen je als zodanig stigmatiseren en als je jezelf zo ziet. Op eenzelfde manier is er een verschil tussen een wetenschapper die heel succesvol is en een wetenschapper die zichzelf identificeert met het beeld van een hele succesvolle wetenschapper. Als dit laatste een eigen leven gaat leiden, is zijn integriteit aangetast. Als dit blijft bij een zelfbeeld, dan is het enige gevolg dat je hem misschien een verwaande kwast vindt. Maar het kan hem ook onder druk zetten om succesvol te blijven. Daardoor kan hij geblokkeerd raken, of in de verleiding worden gebracht om de gewenste spectaculaire onderzoeksgegevens bij elkaar te verzinnen.

Doelbewuste stigmatisering om iemands integriteit te beschadigen zie je ook vaak terug bij pesten, de hedendaagse variant van zwarte hoodoo praktijken. Ook wordt deze tactiek al tientallen jaren op grote schaal gebruikt in actualiteitenprogramma’s. In plaats van afgeknipte haren en nagels wordt er gebruikgemaakt van videobeelden. Stel dat je een keer raar hebt gestotterd in gezelschap. Dan kun je dat weer een integraal onderdeel van jezelf maken door er bijvoorbeeld zelf een grap over te maken. Op zo’n manier laat je niets tussen jezelf en dat gedrag komen: je accepteert het als iets wat jij hebt gedaan. Maar als iemand daar een video-opname van heeft gemaakt, dan verlies je de greep op dat onderdeel van jezelf. Hij kan die beelden van jou op allerlei ‘leuke’ manieren monteren – zoals twintig keer heel snel achter elkaar zetten – en dat tot in de eeuwigheid op internet en in de media rond laten gaan.

Stigmatisering kan ook gebeuren met behulp van persoonsgegevens. Daarom is bescherming van je privacy zo belangrijk. Anderen kunnen je vastpinnen op een beeld van jou en dit manipuleren en tegen je gebruiken zonder dat je weerwoord kunt geven. Verzekeringsmaatschappijen en banken weigeren je bijvoorbeeld plotseling als klant, maar zeggen niet waarop dit is gebaseerd. Het argument ‘je hebt toch niets te verbergen’ is niet relevant, want het feit dat je de greep op een beeld van jezelf wordt ontnomen, is op zich al een aantasting van je integriteit.

Piraterij, een koekje van eigen deeg?

Eigenlijk had ik deze blog over het onbetaald en ongevraagd kopiëren van licentie-materiaal (muziek, boeken, films, enz.) als opinie-artikel willen aanbieden aan een krant. Mijn criterium daarvoor is dat zo’n artikel toch enige ‘nachtjes slapen’ overeind moet blijven. Het bleef echter maar schuiven. De aanleiding was een artikel van René Appel en Nelleke Noordervliet in de NRC van ruim een maand geleden. Ik was bezig met een blog over initiatieven in de boekenwereld die eindelijk enig perspectief boden op nieuwe publicatievormen en ‘verdienmodellen’ in tijden van internet. Het artikel ‘Opstelten help ons, we worden bestolen’ van Appel en Noordervliet vond ik weer helemaal terug naar af en ik voelde me geroepen om te reageren.

Tot enige tijd geleden beschouwde ik het ongevraagd en onbetaald verspreiden van mijn werk als het inbreken in mijn huis en mijn meubels vervolgens gratis op straat uitdelen. Als diefstal met andere woorden, net als Appel en Noordervliet. Ik heb het meegemaakt dat iemand op een feestje met een air van ‘zie mij eens royaal zijn’ hele collecties boeken en films gratis ter kopiëring aanbood. Een mening die ik nogal eens hoor, is dat ‘content’ op internet vrij en toegankelijk moet zijn, dat men daar recht op heeft. “Ja, ja”, dacht ik dan, dat zeggen vooral degenen die zelden zelf iets van waarde van hunzelf ongevraagd op internet terugvinden. Inmiddels zie ik piraterij anders en de kreet van Appel en Noordervliet als een echo uit een voorbije wereld.

Om het beeld wat te nuanceren van ‘die criminelen die ons werk jatten’ allereerst een paar opmerkingen.

  • Kopen of onbetaald downloaden is geen harde tegenstelling, vaak begint het met onbetaald downloaden, waarna de echte fan je werk alsnog koopt.
  • Gratis downloaden op internet is niet hetzelfde als een boek stelen uit een boekhandel. Zo’n download kost je niets. Een deel van deze niet-betalende downloaders is hoe dan ook niet van plan te betalen. Het is overigens ook nog maar de vraag of ze je werk zullen lezen of kijken. Je kunt het beste geen aandacht aan deze downoaders besteden.
  • Een ander deel van deze niet-betalende downloaders vormt een erg interessante groep van potentiële nieuwe fans, die moet je vooral niet wegjagen.
  • Je echte fans zijn vaak best bereid te betalen, als de service beter was: goed te vinden (niet versnipperd over veel websites), goed te downloaden (geen haperende webshops en beveiligingen), alles wat wereldwijd beschikbaar is, moet ook direct in Nederland beschikbaar komen en geen gepreek over illegaal kopieëren tegenover gebruikers die betaald hebben of van plan zijn dat te doen. Deze twee laatste punten gelden vooral voor films en series.
  • De ervaringen met boeken, muziek en films staan niet los van elkaar: hou er rekening mee dat ervaringen en gewoontes van het ene gebied meegenomen worden naar het andere.

Het copyright zelf is niet waar ik vraagtekens bij plaats, maar wel bij de manier waarop de exploitatie is opgezet. Exploitatie en copyright liggen meestal niet in één hand en de belangen van exploitant en auteur vallen nooit volledig samen. In die exploitatie wordt het werk van de auteur vaak teruggebracht tot handelswaar en wordt voorbijgegaan aan de relatie met zijn publiek. Dan is piraterij een koekje van eigen deeg.

Koude overdracht of warme sponsoring?

Zie je het kopen van een boek, dvd of theaterkaartje vooral als een handelstransactie of als het steunen van iemand wiens werk je waardeert? Zie je dit m.a.w. als een koude overdracht of warme sponsoring? Eigenlijk zocht ik naar een voorbeeld van een pure, koude overdracht zonder enige context, maar dat viel nog niet mee. Als je iets koopt heeft dit bijna altijd te maken met wederzijdse belangen en met vertrouwen en goodwill, of het nu gaat om het kopen van afwasmiddel, de opdracht voor een verbouwing van je huis of het kopen van een boek, steeds spelen er zaken mee als vertrouwen in de kwaliteit, eerdere ervaringen, wie je de klandizie gunt, met welk merk je gezien wilt worden (status), effecten op milieu en maatschappij, maar ook sympathie voor de manier waarop de leverancier bezig is. Die context van een transactie is er m.a.w. of je het leuk vindt of niet, het is een keuze of je er iets mee doet of dat je het negeert. ‘Iets doen met de context’ wil zeggen dat je een relatie opbouwt en dat houdt wederkerigheid in: weten wat de wederzijdse belangen zijn en er rekening mee houden. Het betekent vertrouwen en ook dat is iets van geven en nemen.

Een transactie doorloopt altijd een reeks stappen van introductie, via nadere kennismaking door het product of de dienst te ‘proeven’, naar de uiteindelijke transactie. Dit is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Als je koekjes wilt verkopen, moet je ze eerst laten proeven. Alleen is de manier waarop dit gebeurt met de komst van internet veranderd. Onbetaald downloaden voor eigen gebruik kun je zien als ‘proeven’. Om dit als diefstal te bestempelen is zachtjes gezegd ‘onhandig’ in de omgang met je lezers. Je bruuskeert veel bestaande fans en je jaagt geïnteresseerden weg.

Consumenten of participanten?

In de exploitatie van muziek, films en literatuur worden auteurs vooral neergezet als producenten, met hun werk als handelswaar, tegenover een publiek van consumenten. De producent schrijft voor een zo groot mogelijk afzetgebied en de consument wordt aangezet op jacht te gaan naar koopjes. Maar een calculerende producent lokt een calculerende consument uit, met als resultaat consumentisme, oftewel ieder voor zich en de markt tegen ons allen. En nu het door internet ineens erg makkelijk is geworden om gratis al die prachtige muziek, films, boeken, enz. te downloaden, is er geen enkele betrokkenheid met de auteur meer om weerstand te bieden aan de verleiding om daar oeverloos gebruik van te maken. Piraterij is niet de oorzaak van de problemen in de exploitatie, maar het gevolg van de keuze om de context te negeren.

Een andere benadering is om het werk van een auteur meer te presenteren als iets waar een ander deelgenoot van kan worden. Je biedt een ander de gelegenheid om deelnemer te worden van de wereld van de auteur en deze te steunen. Iemand doet dit omdat het inhoud aan zijn leven geeft. Als een band na een optreden cd’s met eigen werk verkoopt, eist een consument bij wijze van spreken een lagere prijs dan in de winkel omdat de band nu minder kosten hoeft te maken en zegt de participant ‘laat het wisselgeld maar zitten’ omdat hij de band graag steunt. De participant raakt al doende aan de praat met de bandleden en wordt uitgenodigd mee te gaan om nog wat te drinken, de consument gaat met zijn ‘koopje’, maar verder met legen handen naar huis. Wie is beter af?

Inderdaad, ‘participatie’ is ook het credo van de regering, maar ik ben er niet van overtuigd dat we het over hetzelfde hebben. In de tachtiger jaren van vorige eeuw waren er al gemeenschappen van meer dan honderd deelnemers (ik ken een voorbeeld in Denemarken) die gezamenlijk een grote windmolen lieten bouwen om zelf een grotere rol in de eigen energievoorziening te gaan spelen. Nu zie je dergelijke initiatieven op veel grotere schaal in Duitsland. De televisie-serie Veronica Mars had al een hoge kijkers-participatie-graad en onlangs is er een film uit voortgekomen die gefinancierd is met crowdfunding. Fans konden op allerlei manieren deelnemen, afhankelijk van hun bijdrage, van aanwezigheid bij de première tot een figurantenrol. En welk orkest, museum, theater- en dansgezelschap, enz. heeft nog geen ‘Vrienden van …’?

Het wordt tijd dat dit ook doordringt in de boekenwereld. Een artikel als dat van Appel en Noordervliet getuigt daar bepaald niet van.