‘Integer zijn’, oftewel ‘een geheel zijn’, maar welk ‘geheel’?

Wat is de verbindende factor in het volgende rijtje? Faust en de bluesgitarist Robert Johnson die hun ziel aan de duivel verkochten, ontaarde kunst, verboden kennis, ‘kwade trouw’ (of huichelachtigheid) en privacy-schending. In het hele rijtje draait het om integriteit, een integriteit die door verleiding of naïviteit en al dan niet bewust door iemand zelf kan worden prijsgegeven, maar ook een integriteit die door anderen kan worden bedreigd of aangetast. Het woord ‘integriteit’ – integer zijn – betekent volledig, of een geheel zijn, maar over welk geheel hebben we het dan? Wat moet een geheel zijn? Wanneer ben je een geheel en wat kan er misgaan met dat geheel?

Integriteit en zelfbewustzijn

Integriteit zegt iets over hoe iemand zich bewust is van zichzelf, het zegt iets over iemands zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn is een eigenschap die je in staat stelt om naar jezelf te kijken met de ogen van een ander. Sterker nog, ‘ken u zelf’ is alleen mogelijk via anderen. Specifieke anderen kunnen een grote rol spelen, maar meestal is dit vooral die hele grote anonieme Ander, die zich vormt uit alles wat je hoort en meemaakt. Het ontstaan van zelfbewustzijn in de evolutie wordt vaak in verband gebracht met het belangrijker worden van het leven met soortgenoten. De wereld van mensen worden zo allesoverheersend bepaald door onze medemensen, dat het succes in je leven voor een groot deel afhangt van hoe goed je je in die mensenwereld kunt bewegen. Hierbij gaat het onder meer om zaken als het je kunnen verplaatsen in de positie van een ander en aanvoelen hoe een ander jou ziet.

Verder is dat zelfbewuste denken niet iets wat je kunt uitzetten als een radio. Een niet-zelfbewust wezen is wat hij is  – alleen weet hij dat natuurlijk niet – en is daardoor een geheel. Een zelfbewust wezen als een mens produceert een permanente stroom van beelden van zichzelf en kan alleen een geheel blijven – oftewel integer blijven – zo lang al die zelfbeelden ook steeds weer worden opgenomen in de stroom.

De mythische vogel Phoenix

Op een vergelijkbare manier herrijst de bekende mythische, Griekse vogel Phoenix steeds opnieuw uit de as van zijn voorganger in een eeuwigdurende stroom van vernieuwing. Iedereen kent de ervaring dat je je sterk en voldaan voelt nadat je even helemaal in iets bent opgegaan. ‘Opgaan in iets’ wil zeggen ‘even loslaten wat je was’, zodat je daarna ‘als herboren’ bij jezelf kunt terugkeren. Dat wil zeggen, grotendeels zoals je was, maar toch weer een beetje anders. En misschien totaal anders en begin je echt een nieuw leven.

‘Verdringing’ en ‘kwade trouw’

Zelfbeelden die een eigen leven gaan leiden, is ook een fenomeen dat bekend is in de psychiatrie. Het gaat dan meestal om ‘verdringing’: je laat om de één of andere reden bepaalde zelfbeelden niet (meer) toe tot je bewustzijn. En daarmee laat je ze ook niet toe tot ‘de stroom van jezelf’, waardoor ze niet verwerkt kunnen worden. En zoals dat gaat met stromen waarin je een obstakel gooit, weet je nooit hoe ver de verstoring doorwerkt.

Sartre sprak over ‘kwade trouw’ in een voorbeeld van iemand die zó zelfbewust kelner was dat het onecht werd en het meer leek op een gespeelde rol. Ik ben ook wel eens iemand tegengekomen die heel aardig tegen me deed op een manier dat ik dacht ‘dit wordt vast met een camera opgenomen’.

De ziel van Robert Johnson

De bluesgitarist Robert Johnson verkocht om middernacht op een verlaten kruispunt ergens in de Mississippi-delta in de dertiger jaren zijn ziel aan de duivel in ruil voor ontketend spel op zijn gitaar, zo wil de legende. Dat is natuurlijk een prachtig, onheilspellend beeld, met Johnson als Faust, de duivel als Mephistopheles en het ontketende gitaarspel als een duivels streven.

Robert Johnson had overigens ook echt ‘duivelse’ trekjes. Wat dacht je van deze tekst: ‘Me and the devil was walking side bij side / And I’am goin’ to beat my woman until I get satisfied’ (dit voorbeeld heb ik uit ‘De Duivelskunstenaar’, van Pieter Steinz). Niet alleen in zijn sterke maar huiveringwekkende muziekteksten, maar ook in de verdere beschrijving van zijn leven lijkt hij voortdurend erg angstig en opgejaagd, alsof hij vecht met een opkomende psychose. Psychische problemen kunnen maken dat je niet meer in staat bent om alles wat je ervaart en doet onderdeel te maken van jezelf en daarmee is je integriteit aangetast. Voor de duidelijkheid: dit is geen verwijt maar een constatering.

‘Kunstmatig van nature’

Het Faust-thema kun je uitleggen als de innerlijke strijd tussen de zucht naar bevrijding van grenzen en de angst voor verlies van jezelf door grenzeloosheid. Die twee kanten zijn ook terug te zien in integriteit: je moet loslaten wat je was om zodoende jezelf te kunnen vernieuwen. Denk aan de vogel Phoenix. ‘Je ziel aan de duivel verkopen’ staat voor de angst om jezelf te verliezen als je het vertrouwde loslaat. Iets veroordelen als ‘verboden kennis’ of ‘entartete Kunst’ kun je ook zien als een uiting van diezelfde angst. Adam en Eva mochten niet eten van de vruchten van de boom van kennis omdat je daarmee de traditionele wereld loslaat (en daarmee de dogma’s van de kerk). En als je die wereld eenmaal hebt losgelaten is er geen weg meer terug, want als je iets weet, kom je er niet meer vanaf. Hoewel, met een slecht geheugen wil dat wel lukken. En met schijnheiligheid.

De ‘tragiek’ van de mens is dat we zelfbewustzijn hebben ontwikkeld en daardoor niet meer zonder meer zijn wat we zijn. Door ons zelfbewuste denken zijn we niet meer zonder meer ‘geaard’ in wat ons van nature is gegeven. De ontwikkeling van zelfbewustzijn kun je zien als de overgang van de natuurlijke selectie naar de kunstmatige selectie in de evolutie (zie ‘Kunstmatig van nature’, van Jos de Mul).

‘Extatische godsdiensten’

Net als dat de angst voor grenzeloosheid zo oud is als de wereld, geldt dat voor de zucht naar bevrijding van grenzen. In zogeheten ‘extatische godsdiensten’ proberen dienaren sinds mensenheugenis rituelen uit te voeren om – al dan niet met behulp van geestverruimende middelen – buiten zichzelf te treden om zodoende hun god direct te kunnen ervaren in plaats van indirect over hem na te denken. Orakels en helderzienden proberen met of zonder hulp van rituelen en andere zaken verder te kijken dan ze met hun gewone ogen kunnen. Musici die op het scherpst van de snede moeten improviseren, willen nog wel eens ver gaan om los te komen van de grenzen in hunzelf. En in de zestiger en zeventiger jaren leek iederéén wel bezig om met behulp van LSD en andere geestverruimende middelen los te komen van de begrenzingen van zichzelf.

Stigmatisering, wetenschapsfraude en zwarte hoodoo

Iemand die een keer iets steelt is nog geen dief. Je wordt een dief als anderen je als zodanig stigmatiseren en als je jezelf zo ziet. Op eenzelfde manier is er een verschil tussen een wetenschapper die heel succesvol is en een wetenschapper die zichzelf identificeert met het beeld van een hele succesvolle wetenschapper. Als dit laatste een eigen leven gaat leiden, is zijn integriteit aangetast. Als dit blijft bij een zelfbeeld, dan is het enige gevolg dat je hem misschien een verwaande kwast vindt. Maar het kan hem ook onder druk zetten om succesvol te blijven. Daardoor kan hij geblokkeerd raken, of in de verleiding worden gebracht om de gewenste spectaculaire onderzoeksgegevens bij elkaar te verzinnen.

Doelbewuste stigmatisering om iemands integriteit te beschadigen zie je ook vaak terug bij pesten, de hedendaagse variant van zwarte hoodoo praktijken. Ook wordt deze tactiek al tientallen jaren op grote schaal gebruikt in actualiteitenprogramma’s. In plaats van afgeknipte haren en nagels wordt er gebruikgemaakt van videobeelden. Stel dat je een keer raar hebt gestotterd in gezelschap. Dan kun je dat weer een integraal onderdeel van jezelf maken door er bijvoorbeeld zelf een grap over te maken. Op zo’n manier laat je niets tussen jezelf en dat gedrag komen: je accepteert het als iets wat jij hebt gedaan. Maar als iemand daar een video-opname van heeft gemaakt, dan verlies je de greep op dat onderdeel van jezelf. Hij kan die beelden van jou op allerlei ‘leuke’ manieren monteren – zoals twintig keer heel snel achter elkaar zetten – en dat tot in de eeuwigheid op internet en in de media rond laten gaan.

Stigmatisering kan ook gebeuren met behulp van persoonsgegevens. Daarom is bescherming van je privacy zo belangrijk. Anderen kunnen je vastpinnen op een beeld van jou en dit manipuleren en tegen je gebruiken zonder dat je weerwoord kunt geven. Verzekeringsmaatschappijen en banken weigeren je bijvoorbeeld plotseling als klant, maar zeggen niet waarop dit is gebaseerd. Het argument ‘je hebt toch niets te verbergen’ is niet relevant, want het feit dat je de greep op een beeld van jezelf wordt ontnomen, is op zich al een aantasting van je integriteit.