Op naar het nieuwe, virtuele land

Hoe zag het sociale leven er honderdvijftig jaar geleden uit, in de tijd dat de meeste mensen nog geïsoleerd woonden in kleine plattelandsgemeenschappen, voordat er gemotoriseerd vervoer was en geen fotografie, radio, televisie, telefoon, internet, mobieltjes, webcams, Facebook, Twitter, YouTube, podcasts en vodcasts, bloggers en vloggers? Als je thuis zei dat je naar de kroeg ging om een vriend te ontmoeten, was je onderweg onbereikbaar en wist niemand waar je was en wie of wat je dan tegenkwam. Mochten er in het dorp waar je had afgesproken meerdere kroegen zijn, dan kon je elkaar ook nog aardig mislopen. Stel dat het geen vriend was, maar een onbekende die een brief had gestuurd dat hij je wilde ontmoeten, dan kon je op geen enkele manier weten hoe hij eruit zag. Als er dan iemand kwam opdagen die zei dat hij degene was die je zocht, dan kon je niet vaststellen of dat klopte. Er zijn van die prachtige, aangrijpende verhalen zoals bijvoorbeeld van een echtgenoot die moest gaan vechten in een oorlog en pas na twintig jaar terugkwam en dat de achtergebleven echtgenote hem niet meer herkende, maar hem wel leuk vond en er na twee jaar hernieuwd huwelijksleven achterkwam dat zijn schoenmaat helemaal niet klopte.

Het leven was geïsoleerd, je was aangewezen op, afhankelijk van en overgeleverd aan een klein groepje mensen, er was veel sociale controle, hoewel mensen achter de voordeur veel meer dan nu hun eigen gang konden gaan, je had weinig keuze in vriendschappen en huwelijkspartners, je had weinig vermaak en gelegenheid om leeftijdgenoten te ontmoeten, er waren voortdurend misverstanden over waar een ander zich bevond, mensen konden je van alles wijsmaken, want je kon het toch niet controleren, kennis en informatie was schaars, éénoog was koning, bijgeloof, roddel en achterklap beheersten het leven, nieuws was schaars en traag, berichten klopten daardoor ook vaak niet en alles duurde vreselijk lang, of je nu ergens naartoe wilde gaan, of een berichtje wilde versturen.

Het is alsof we ergens in de afgelopen tijd zonder dat we het in de gaten hadden met z’n allen zo’n soort wildviaduct zijn overgestoken en ongemerkt in een nieuwe, virtuele wereld terecht zijn gekomen. Ineens leven we niet meer in die oude, vertrouwde wereld, met hier en daar wat leuke nieuwe technische snufjes, maar leven we in een kunstmatige wereld, met hier en daar wat aardige, traditionele snufjes.

In de nieuwe wereld gelden andere natuurwetten, hier gelden de wetten van connectiviteit (steeds meer zaken worden worden ontsloten voor het internet/the cloud), Big Data (al die zaken produceren een permanente stroom van data) en kunstmatige intelligentie (systemen, apparaten, gebouwen en infrastructuren worden ‘smart’ gemaakt, zodat ze zichzelf aansturen en daarbij onder meer verbanden leggen in al die Big Data). Niets is meer wat het was, overheden, geldverkeer, energie, infrastructuur, onze huizen, openbaar vervoer en wegverkeer, zorginstellingen, post, radio en televisie, telefonie, opleidingsinstituten, banken en verzekeraars, media, film, muziek, literatuur, copyright, privacy, misdaadbestrijding, en zo voort.

Als er nu een onbekende contact met je opneemt, zal dat niet meer per brief zijn maar via Facebook. Als hij zegt dat hij een neef van een onbekende, Amerikaanse tak van je familie van je is en je graag wil ontmoeten, dan ga je eerst eens googlen op de beste man. Klopt het dat je daar een neef hebt? Is hij wie hij zegt dat hij is? Is het inderdaad omdat kennismaking leuk zou zijn, of zit er meer achter? Als hij een link naar bijvoorbeeld zijn website heeft opgenomen, dan klik je daar door schade en schande wijs geworden, niet zo maar op. Als alles in orde lijkt, dan wissel je van tevoren mobiele nummers uit, zodat je elkaar ook onderweg kunt bereiken. Uiteraard heb je foto’s uitgewisseld, zodat je elkaar kunt herkennen. Toen ik een mailtje kreeg van een onbekende die zei dat hij de notaris van een mij niet bekende, rijke, net overleden oom was en dat ik de enige overgebleven erfgenaam was, hoefde ik al niet meer verder te lezen. Het vaststellen van iemands identiteit was altijd verraderlijk en is dat nog steeds, zij het op een andere manier.

Maar het leven is niet meer geïsoleerd. Hoewel. Met een mobieltje met lege accu wel. Of als je hem verloren hebt, of hij is gepikt. Of als kind van acht hebben je ouders besloten dat je alleen af en toe even je mobieltje mag gebruiken. Of als Google je website heeft geblokkeerd, dan besta je ook niet meer. Of als een algoritme van een veiligheidsdienst een verband legt tussen jouw activiteiten en die van foute figuren, want dan werken je bankpasjes niet meer. Of als iemand je identiteit zelf heeft gepikt. En als Facebook besluit nog indringender te gaan handelen met jouw privégegevens, sta je voor een dilemma: iets accepteren wat je onacceptabel vindt, of in onvrijwillige ballingschap gaan.

Maar je zal genoeg keuze hebben uit vrienden, dat wil zeggen Facebookvrienden. En in ieder geval is het leven niet traag.