Maandelijks archief: februari 2013

Het nieuwe vertellen: tv-serie en webgame Bellicher

Kijk je zondagavond ook naar de VPRO-serie Bellicher? En speel je mee met de bijbehorende webgame? Ik wel, om meerdere redenen. Allereerst omdat ik mij vooral zie als verteller en altijd geïnteresseerd ben in nieuwe manieren van vertellen. Wat dacht je van de term participerend-observerend lezen? Net verzonnen. Participerend-observerend onderzoek was zo’n mode-woord uit de zeventiger jaren. Niet meer aan de kant blijven staan, maar meedoen en de eigen ervaringen observeren. De gedachte erachter was dat je dan beter begreep waarover het ging. Bij lezen gaat het niet om begrijpen, maar om geboeid worden. Hoe meer participatie, hoe spannender het wordt. Die participatie begint met hoe direct je als lezer wordt aangesproken. In deze tijd lijkt het in de mode om je tenenkrommende anti-helden als hoofdpersonen voor te schotelen, zoals in de boeken van Kluun, Koch, Grunberg en Robert Vuijsje. Allemaal op hun eigen manier laten ze je niet met rust.

Van consumptie naar participatie

Je zou boeken kunnen plaatsen op een schaal van consumptie naar participatie. Terwijl ik dit opschrijf, bedenk ik me dat veel boeken weliswaar bloedstollend spannend kunnen zijn, maar eigenlijk pure consumptie zijn. Die Milennium-trilogie vond ik heel spannend, maar ik kan niet zeggen dat het mij persoonlijk raakte. Voor de manier van vertellen geldt hetzelfde voor de Bellicher-reek van Charles den Tex: spannend en goed geschreven, maar het dringt niet binnen in je persoonlijke domein. Het onderwerp van de Bellicher-reeks natuurlijk wel: identiteitsfraude op internet, met pasjes, enz. De webgame die hoort bij de Bellicher tv-serie past prachtig bij dit onderwerp: één van de personages uit de serie vertelt je op indringende manier dat je computer besmet is en dat je moet meespelen om daar vanaf te komen. Ik hou daar wel van.

Eén van de redenen waarom ik in het bijzonder in de boeken en tv-serie over Bellicher was geïnteresseerd , was dat ik ook werk aan een verhaal waarin een grote rol wordt gespeeld door internet en identiteit. Gelukkig verloopt mijn verhaal toch weer heel anders. Je zal er na twee jaar werken maar achter komen dat je verhaal al geschreven is …

Pervasive games

Kijk, hier raken we nu een echt punt over partipatie: het vervagen van de grenzen tussen je vertrouwde wereld en die van het andere. Dit gebeurt in de klassieke verhalen die ‘je leven veranderen’. Dit gebeurde een keer bij een toneelstuk over Jules Verne waarin wij als publiek rond moesten lopen van de ene scene naar de andere. Nou ja, het was in ieder geval een poging. Het gebeurt in de vele verhalen waarin lezers en zelfs personages in opstand komen tegen de schrijver. En bij moderne games hebben ze daar een naam voor: pervasive games. In pervasive games vervaagt de grens tussen spel en werkelijkheid. Het spel wordt echter dan je zou willen. Je herinnert je misschien de film The Game uit 1997 nog, waarin Michael Douglas als Nicholas van Orton (leve de IMDB) in een spel terecht kwam dat heel wat rauwer dan de werkelijkheid was. En dan hem lief was.

De webgame Bellicher werd feitelijk aangekondigd als een pervasive game, maar is dat niet echt. Maar ja, dat deden de toneelgezelschappen van eeuwen geleden toch ook al, dat vertellen alsof ‘het jou ook kan overkomen’? Is dit dan Het Nieuwe Vertellen? Ach, dat zijn ook maar grote woorden. Er zitten aantrekkelijke, nieuwe kanten aan. Zoals de combinatie van media en een onderwerp dat maar zo op je monitor binnen kan komen.

Mijn probleem met literatuur 3.0

Ik weet het, mijn blog is vreselijk 2.0. Veel te lang en geen ‘infographics’, oftewel plaatjes. Ik zit nog hopeloos vast in het voorschotelen van een hele maaltijd, terwijl de lezer ‘bites’ wil, soundbites, tekstbites, video-bites. En infographics dus. Ik wilde net zeggen dat ik dit niet cynisch bedoelde en eigenlijk schoon genoeg had van dat welig tierende polemische toontje, tot ik mijn realiseerde dat dat nu juist deel van mijn probleem is. ‘Polemisch’ houdt het uitvergroten van tegenstellingen in en het spelen op de man. Het is absoluut noodzakelijk als je aandacht wilt voor wat je te zeggen hebt. Het is natuurlijk ook veel leuker dan iemand die heel begripvol met je wilt keuvelen. Maar ik word er zo moe van. Na zo’n wedstrijd ‘elkaars woorden verkeerd uitleggen’ ben ik altijd weer blij als ik gewoon met iemand van gedachte kan wisselen. En daarom heb ik een probleem. Maar als ik mijn probleem beter begrijp, kan ik misschien nog veranderen.

Van literatuur 2.0 naar literatuur 3.0

Stel ik wil onze 40-urige werkweek ter discussie stellen. Mijn punt is dat dat beter moet kunnen, beter in de zin van minder verplicht geploeter en meer doen wat je eigenlijk wilt. Dan kan ik proberen jou aan het denken te zetten door daar een goed geformuleerd artikel over te schrijven. Maar ik kan je ook tot nadenken proberen te dwingen met een prikkelende titel erboven als “de 4-urige werkweek”. Dat is wat de Amerikaanse blogger, schrijver en entertainer Tim Ferriss doet. Het is ook de titel van een boek van hem. En hij is heel erg succesvol. Hij is als de standwerker op de markt die, staand in de laadbak van zijn vrachtwagen, al zijn planten binnen een paar uur verkoopt. Hondsbrutaal, opdringerig – hij laat je niet zo maar voorbij lopen – maar effectief. En ik ben die marktkoopman die je vriendelijk aankijkt, maar niet ‘ingrijpt’ als je doorloopt. Ik ben die marktkoopman die zijn handel grotendeels weer mee naar huis neemt. Overigens ga ik al jaren niet meer naar straatfestivals omdat ik schoon genoeg had van die Amerikaanse straatartisten die donderpreken tegen het publiek houden over hoeveel je in hun pet moet gooien. Maar die ongetwijfeld veel verdienen.

Literatuur 1.0 wordt geschreven vanuit de opvatting dat het verdacht is als je rekening houdt met een mogelijk lezerspubliek. Alleen tweederangs schrijvers hebben dat nodig, echte schrijvers houden de rug recht. Literatuur 2.0 wordt geschreven vanuit de intentie de lezer ‘mee te nemen in het verhaal’. Eenrichtingsverkeer maar wel serieus over ‘of het overkomt’. De schrijver 3.0 is de literaire standwerker, de stand-up comedian, die de toevallige voorbijganger feilloos aan de haak weet te slaan met een paar opmerkingen en hem zo lang aan het lijntje houdt als de show duurt. Waar de show over gaat? Dat hangt af van hoe die voorbijganger reageert. Niet het verhaal telt maar de tijd die de schrijver en de lezer samen doorbrengen. Met andere woorden, als de schrijver maar wordt gelezen. Alle middelen zijn toegestaan. ‘Literatuur moet niks’. Wie zei dat ook al weer? De schrijver 3.0 heeft de toekomst. En daarom heb ik een probleem.

Wat is er tegen soundbites?

Soundbites is een nieuwe term voor het aloude ‘gevleugelde woord’, een uitdrukking die zo gevat is dat deze in de kortste keren door iedereen wordt gebruikt. Gevleugelde woorden, deuntjes, geluiden, beelden, enz. bedenken is een kunst apart. Vroeger was dit het domein van dichters, tegenwoordig vooral van reclamecopywriters en cabaretiers. Eigenlijk is het kernachtig vertellen overal doorgedrongen. Een startende ondernemer met een slechte ‘elevator pitch’ kan het wel vergeten. Een beetje pr-adviseur stopt een lang betoog in drie ‘infographics” (gelikte plaatjes). En van een wetenschapper die in tien woorden kan uitleggen waar het over gaat, is zijn kostje gekocht (zodat de uitleg nog wel eens doorgaat na het einde van de feiten). Je kent het aloude excuus voor een lange brief: ik had geen tijd om een korte te schrijven.

Op zichzelf heb ik niets tegen soundbites en andere bites. Ik hou ervan. Echt. Hetzelfde verhaal anders vertellen. Een geschreven verhaal vertalen naar film. Of naar een game. Prachtig. Maar ik vind het moeilijk de regie over mijn verhaal los te laten. En daarom heb ik een probleem met literatuur 3.0.

Sorry voor de lange blog, niet dat ik geen tijd had voor een korte, maar zo ben ik nu eenmaal (nog).

Crowdfunding in de literatuur

Moet je eens googlen op crowdfunding! Booming! Kickstarter is een bekende naam, maar er zijn veel meer diensten en platformen op dit vlak. Het lijkt wel of de hele economie erom draait. Qua omvang stelt het nog niet veel voor: 14 miljoen in 2012 in Nederland. Maar het groeit explosief en zeker bij vernieuwende initiatieven is het heel belangrijk. En in de creatieve sectoren, zoals de literatuur.

Heb je voldoende draagvlak?

Crowdfunding is een heel interessant fenomeen. Het dwingt je om na te denken over de vraag voor wie je het eigenlijk doet. Als je het alleen voor jezelf doet, dan hoef je bij niemand moeite te doen om hem voor je idee te winnen. Maar dan moet je ook niet zeuren als uiteindelijk niemand geïnteresseerd is. Het gaat ook zelden alleen om klanten om je product te kopen. Je hebt anderen nodig om mee te denken en mee te werken. Wellicht moet je gaan samenwerken met andere ondernemers. Eigenlijk is het koude, eenrichtingsverkeer-consumentisme een heel slecht model. Het versterkt de belangentegenstellingen. Je kunt je beter opstellen als individueel ondernemer in een netwerk waarin iedereen zijn eigen belangen heeft. Wees maar open over ieders belangen en respecteer ze. Dat is tweerichtingsverkeer. En dan moet je voortdurend werken aan het draagvlak voor je ideeën en activiteiten. Crowdfunding is dan een logische aanpak.

Crowdfunding in de literatuur

Vorige week bracht een collega een Nederlandse literaire crowdfundingdienst onder mijn aandacht die bij mij uit beeld was verdwenen: http://www.tenpages.com/. Erg leuk initiatief. Het is overigens niet nieuw, het bestaat al een jaar of vier. Het werkt zo. Je moet proberen 2000 aandelen à €5,- te verkopen. De aandelen moeten verkocht worden aan minstens 100 aandeelhouders. Hiervoor krijg je vier maanden de tijd. Als dit lukt brengt Ten Pages je boek onder bij één van de uitgevers met wie zij samenwerkt. Met de tweeduizend aandelen is een pot gevormd van €10.000,-, waarmee de kosten van redactie, vormgeving en druk kunnen worden gedekt.

Verleidelijk, maar …

Het is verleidelijk, moet ik zeggen. Niet in de laatste plaats omdat ik met ‘In de Tusschentijd’ in de verste verte niet uit de kosten kom. Dit jaar hoop ik mijn tweede boek te publiceren en dan is de financiering toch ‘een aandachtspuntje’. Ondanks de verleidingen kanten heb ik bedenkingen. Ten Pages is volledig gericht op de klassieke weg via een uitgeverij en dat zal niet iedere schrijver passen. Ik wil meer keuzemogelijkheden. Om als schrijver je lezers te vinden moet er een lang traject worden afgelegd. Bij iedere schrijver zal dat traject er weer een beetje anders uitzien en daarmee ook welke stappen er moeten worden gezet. Een schrijver kan voor de diverse stappen aparte dienstverleners in de arm nemen, zoals een redacteur, een vormgever, distributeur, iemand voor de promotie, enz. In plaats van zelf naar al die verschillende loketten te gaan, kan een schrijver ook naar de klassieke, full-service uitgever gaan. In de populaire muziek zie je die variatie wel. Vaak zie je daar ook een groeipad. Een band doet eerste alles zelf. Naarmate de optredens echter toenemen, het publiek groeit en de albums meer aftrek vinden, neemt de behoefte om meer uit te besteden ook toe. En mocht een band echt grootschalig en internationaal gaan opereren, dan zal waarschijnlijk een kleiner label niet meer voldoen en moet er worden gezocht naar een geïnteresseerde major. Dit zou ik ook in de literatuur willen zien.

Een publicatie-platform voor Nederlandstalige literatuur

Misschien wel het grootste gemis is een groot publicatie-platform voor Nederlandstalige literatuur. Een platform waar schrijvers zelf of via een uitgever kunnen publiceren, waar lezers op uiteenlopende manieren kunnen grasduinen door publicaties, waar publicaties in iedere denkbare vorm worden aangeboden (gedrukt, eboek, luisterboek, vervolgverhaal, estafetteverhaal, enz.), waar recensies en lezersreacties zijn te vinden, enz. En waar een organisatie als Ten Pages zijn diensten aanbiedt. Dat zou een perfecte combinatie zijn.

Ik ben wel eens jaloers op schrijvers in de VS, die zelf op Amazon kunnen publiceren en daarmee een enorm bereik hebben. Nu is Amazon nog niet beschikbaar voor Nederlandstalige eboeken en heeft nog geen Nederlandse vestiging. Toch zou ik het jammer vinden als Nederlandstalige literatuur wordt gedomineerd door een Amerikaanse webshop.