De universele mens is het ideaal … of toch niet

In een kort artikel in de NRC van 5 juni 2013 op de achterpagina van de filmkatern wordt James Franco – tot dan vooral bekend als acteur – snerend een manusje-van-alles genoemd, omdat hij eerst al aan kunstschilderen bleek te doen en zich nu ook nog eens te buiten bleek te zijn gegaan aan het regisseren van films, ‘As I lay dying’. En al heel wat keren heb ik met name kunstenaars naar hun hoofd zien krijgen dat ze zich ‘bij hun leest moeten houden’. In het beste geval beperkt de recensent zich tot het welwillend aanhoren van bijvoorbeeld de activiteiten als zangeres van een actrice, zoals bij Carice van Houten. Ik kan me niet herinneren over een positief verband te hebben gelezen tussen het actief zijn op meerdere creatieve terreinen. Toch was het eens het ideale mensbeeld – zoals je weet van de oude Grieken: de homo universalis, die zich met kunsten, wetenschappen en sport bezighield.

Van waar die negatieve reacties? Jaloezie? Slecht humeur? Schoorvoetend beken ik bij deze dat ik mij ook met enige regelmaat bezondig aan het beminnen van meerdere ’muzen’. Niet alle negen muzen, maar toch. Het fluitspel laat ik maar aan mij voorbij gaan – sorry, Euterpe – maar bij meerdere van haar zusjes van de kunsten en wetenschappen ga ik regelmatig langs. En als toppunt van zondigheid wil ik ook nog wel bekennen dat mij dat prima bevalt. Wat je bij de één leert kun je bij de ander ook nog eens uitproberen, wat dan weer leidt tot verdere kruisbestuiving … overigens een curieus woord in dit verband. Doet me denken aan een instuif voor droogkloten.

Hierboven zie je hoe ik ‘door meerdere muzen werd bezongen’, oftewel serieus begon, vervolgens wat poëtisch werd met Grieken en zo, om plat te eindigen. Nu ik er zo over nadenk, heeft dat gedoe met die muzen niet alleen te maken met wat je doet, maar ook met de stemming die dat met zich meebrengt. Een wetenschappelijke discussie, is iets anders dan een polemiek. Of grappen uitwisselen. En dat is weer iets anders dan je te laten meenemen door een muzikale improvisatie. Of een fictief verhaal creëren. Sommige stemmingen laten zich prima afwisselen, andere absoluut niet. Je mag zelf bedenken welke. Tja, en wat had dat allemaal met de homo universalis te maken? Is hij een spelbederver? Is hij of zij iemand die je in zijn oorspronkelijke rol in een bepaalde stemming bracht waar je aan gehecht was en die je nu in de steek laat door zo maar een andere rol aan te nemen? Klinkt een beetje als het trieste lot van het idool, waarvan niet geaccepteerd wordt dat hij ‘uit die ene rol valt’.