Tagarchief: bijgeloof

Van het religieuze front niets dan goeds

Toevallig stuitte ik op een artikel uit november 2011 van Steven de Jong in de NRC, maar ik kan je uit eigen ervaring vertellen dat we voor dit soort praktijken echt niet naar het Midden-Oosten hoeven. De jong vertelt in zijn artikel hoe les- en voorlichtingsmateriaal in de moslim-wereld wordt misbruikt voor indoctrinatie van antisemitistische denkbeelden. Onder het mom van een feitenrelaas wordt een stortvloed aan onwaarheden uitgestort over kinderen en burgers.

Ook in Nederland

Daaraan wil ik toevoegen dat ditzelfde gebeurt op gereformeerde scholen in Nederland. Betaald met onderwijsgeld van de overheid – wij zijn dus met zijn alleen gecompromiteerd – wordt de bijbelgeschiedenis naar voren geschoven als de ware geschiedenis, of op zijn minst als ‘één van de  mogelijke theorieën over het ontstaan van de aarde’. Als ‘archeotolken’ van het historisch themapark Archeon door een gereformeerde (basis-)school gevraagd worden een geschiedenisles te verzorgen, dan worden ze vantevoren even apart genomen en verteld dat ze niets over de prehistorie moeten vertellen, omdat dat niet past in de bijbelgeschiedenis. Ook bij rondleidingen van gereformeerde scholen mogen de ‘tolken’ niet met de kindertjes langs bij het prehistorische deel van het park.

En in Israel en de VS

En ditzelfde gebeurt op Israelische scholen en scholen in de VS. Indoctrinatie is met andere woorden bepaald niet alleen een moslimpraktijk. Zelfs zou ik niet durven stellen dat de karaktermoord op joden die De Jong beschrijft niet ook op moslims wordt gepleegd. Denk aan Fitna van Geert Wilders, de uitspraken van Hirshi Ali en de koranverbranding door die Amerikaanse dominee. Met verbranding van boeken – maar één stap verwijderd van verbranding van ‘heksen’ – zet je trouwens jezelf wel aardig te kijk.

De fanatici

Ik wil maar zeggen dat religieus geïnspireerde indoctrinatie universeel is. Binnen alle grote religies heb je ‘godzijdank’ een grote, redelijke groep met gematigde opvattingen, maar ook altijd groepjes fanatiekelingen die desnoods met geweld hun opvattingen aan anderen willen opleggen en iedere ontwikkeling proberen tegen te houden.

De onverzoenlijkheid

Wat mij altijd opvalt is de onverzoenlijkheid in de houding van mensen die juist verzoening en wijsheid prediken. Onverzoenlijkheid en een hard agressieve houding is kwalijk, enige relativering en spot daarentegen moet kunnen. Ik zie het als een teken van geestelijke ontwikkeling als je dat kunt hebben. Maar er is een verschil tussen plagen en pesten. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan het bespotten van mensen boven het bespotten van andermans goden.

Gezichtsherkenning en godsdienst

Als niet-gelovig mens (dat wil zeggen niet in een god, wel in andere dingen) vraag ik mij af waar het geloof in een god vandaan komt. Zo’n god heeft ook altijd mensachtige trekken. Laatst had ik het met een collega over de kennelijk diep-menselijke behoefte overal gezichten in te herkennen. Je schijnt een fotograaf te hebben die een indrukwekkende collectie van foto’s heeft aangelegd van huizen, landschappen, bomen, auto’s, enz. waar je een gezicht in kon herkennen. Wederzijdse gezichtsherkenning van zuigelingen en moeders (ook voor vaders?) is van levensbelang voor een zuigeling bij mensen en zoogdieren. Gezichtsblindheid (prosopagnosie) kan je het sociale leven behoorlijk moeilijk maken. De bekende neuroloog Oliver Sachs (Van ‘De man die zijn vrouw voor een hoed hield’) beschrijft een man die zijn eigen vrouw niet kon herkennen, maar wel zijn honderd schapen uit elkaar kon houden (er wordt geen oorzakelijk verband genoemd. De man was geloof ik schapenboer). Maar als gezichtsherkenning zo’n belangrijke rol speelt in het bepalen wie vertrouwd is en wie niet, dan is het een kleine stap verder om overal zo’n vertrouwd mensengezicht in te herkennen … je ziet tenslotte vaak wat je wilt zien. En zo dacht ik even te begrijpen waar godsdienst vandaan kwam.

Geloof in tijden van wetenschap

Geloof, een mooi onderwerp met de jaarwisseling en zo vlak na de Kerst en het einde van de wereld. Oh ja, het einde van de wereld … vermoedelijk slechts het aflopen van een tijdperk in de Maya ’tzolkin’, hun rituele kalender. Het is onwaarschijnlijk dat de Maya dachten aan een einde der tijden, omdat in hun visie de tijd eindeloos doorrolde. Zeker weten doen we dat niet omdat in de zestiende eeuw barbaren uit het Oosten, Europeanen, vrijwel alle boeken van deze hoog ontwikkelde beschaving vernietigden omdat deze volstonden met ‘bijgeloof en duivelse leugens’. ‘Lost in translation’ zullen we maar zeggen. Maar gelukkig is het prachtige boek waaruit ik deze informatie heb geput, niet verbrand: ‘Het verhaal van de tijd’, onder redactie van Kristen Lippincott, de catalogus van de tentoonstelling in de sterrenwacht van Greenwich bij gelegenheid van afgelopen millenniumwisseling.

Voor mij is er niet veel nodig om vol te schieten met verontwaardiging – merkwaardig woord trouwens – over religieus wangedrag, of dit nu het vernielen is van eeuwenoude, erg waardevolle gebouwen en voorwerpen in Timboektoe omdat ze blasfemisch zouden zijn, of het links laten liggen van de afdeling prehistorie in het historische themapark Archeon bij een rondleiding van christelijke schoolkindertjes ‘omdat dit volgens de bijbel niet kan bestaan’. Maar verontwaardiging levert hooguit een preek op en dat is wel het laatste wat ik jou als lezer wil voorschotelen. Wat ik wel wil is je een mooie, hoopgevende gedachte over geloof voorleggen.

Geloof in tijden van wetenschap … heeft een staaltje van wetenschappelijk verantwoord geloof aan het licht gebracht: rituelen. Rituelen zijn zo oud als de wereld en zijn dan ook altijd omgeven geweest door een hoop bijgelovige humbug. Maar daarom moeten we het kind niet met het badwater weggooien. Je hebt rationeel gedrag en niet-rationeel gedrag en dat laatste moet niet worden verward met irrationeel gedrag. Irrationeel gedrag is gebaseerd op denkbeelden die strijdig zijn met wat wetenschappelijk is aangetoond. Bijgeloof met andere woorden. Niet-rationeel gedrag echter is niet zozeer strijdig met wetenschappelijke denkbeelden, maar valt simpelweg buiten het domein van het rationele.

Rituelen zou je kunnen omschrijven als handelingen die effect hebben op je stemming of op je houding ten opzichte van bepaalde zaken, maar die niet rationeel verklaard kunnen worden. Ik zou willen zeggen ‘handelingen die het onzegbare kunnen zeggen’. Woorden en redenaties wijden aan het onzegbare is meestal geen goed idee, het beneemt het zicht op wat er gebeurt en wat de mogelijkheden zijn. Dat is wat we rationaliseren noemen.

Het rationele wordt bepaald door woorden en redenaties en dit heeft zijn sterke kanten. Maar ‘iedere voordeel heb z’n nadeel’: als iemand bijvoorbeeld een verlies te verwerken heeft, dan kom je niet ver met redenaties. Wat dan vaak wel werkt zijn irrationele dingen als (kerkelijke of niet-kerkelijke) rituelen en muziek, dingen uit het domein van de intuïtie en het onbewuste.

Stemmingen zijn meetbaar in de hersenen, dus kun je concluderen dat rituelen een wetenschappelijk verantwoorde vorm van geloof (kunnen) zijn. Jammer voor Swaab en andere hersenonderzoekers.

Veel geloof, hoop en liefde in 2013.

Vrijdag de 13e … toch niet

Misschien moet ik opgelucht zijn: vrijdag 13 april halen we niet als opleverdatum van In de Tusschentijd. Geen rampen, maar gewoon te krap gepland. Het wordt nu in de week van maandag 23 april. Morgen krijg ik waarschijnlijk een nieuwe opmaak, waarin mijn correcties van vandaag zijn verwerkt. Morgen of overmorgen gaat hij dan naar de drukker. Wat er dan nog verkeerd in staat, staat er duizend keer verkeerd in, de hele eerste oplage namelijk. Je hebt dingen waar je vantevoren grondig over moet nadenken en er zijn dingen waar je dat vooral niet bij moet doen. Zelf een boek uitgeven is iets van de laatste soort. Ik ben een keer helemaal uit het veld geslagen uit Selexyz thuisgekomen: zoveel boeken, wat heb ik daaraan toe te voegen. Wie zit er op mij te wachten? Zeven jaar in je eentje doorgaan met zoiets volstrekt nutteloos als een roman, het is me wat. Lucebert zei het al: Alles van waarde is weerloos. Ik vat dat op als dat het zijn waarde aan niets anders kan ontlenen dan aan zichzelf … net als mijn boek. Dat bedoel ik met nutteloos. Er zijn twee manieren om dat vol te houden: koester je illusie dat de hele wereld op je zit te wachten, of doe het om wat het voor jezelf waard is. Ook al ben ik best wel eens blij met wat ik heb geproduceerd, probeer ik het bij de tweede benadering te houden.

Volgende keer meer over eBoeken.

Vrijdag de 13e nadert!

Vrijdag de 13e, eigenlijk best een sterke datum voor aflevering van het drukwerk van je eerste roman. De dramatiek zit er al in. Je ziet het al voor je: slippende vrachtwagens, foute afleveradressen en ontregelde TomToms. En als je al een kwartier bezig bent de gasten op je boekpresentatie te bezweren nog éven te wachten en dat je roman echt zo afgeleverd wordt, komt er dan eindelijk een lullig, gedeukt bestelautootje voorrijden, waaruit een 80-jarig jichtig mannetje in een beige stofjas stapt. Nadat hij tot drie keer toe met zijn steekkarretje met één lekke band komt aanzetten met een wankele stapel dozen met het verkeerde boek – ‘drie keer is schipbreuk’ – komt hij de vierde keer zo waar met mijn boek. Ten overstaan van de inmiddels al aardig beschonken gasten maak ik de eerste doos open en wordt getroffen door de spelfout in mijn naam op de omslag: Hans Versteer in plaats van Hans Verster. Ik probeer het nog te verdoezelen maar mijn oma van 93 is weliswaar stokdoof maar niet blind en begint te roepen ‘Je heet helemaal geen Hans Versteer, dat is hartstikke fout’. In de chaos van honende en niet-begrijpende opmerkingen weet ik de wethouder zo ver te krijgen dat hij met zijn speech begint. Ik had hem bezworen het kort te houden, wat hem niet belette om in de Power Point presentatie van de PR-afdeling van de gemeente te kiezen voor de optie ‘uitgebreid’. Om de vele piepkleine cijfertjes in de vele zeer grote grafieken beter te kunnen aanwijzen trok hij een traproede uit de naastgelegen trap net voordat de omvangrijke, ingehuurde buurvrouw met een enorm dienblad met gevulde champagneglazen en bitterballen naar beneden kwam … … Sorry, ik moest even afreageren. Dat krijg je van al dat geregel. Sinds mijn vorige blog heb ik het ontwerp van de omslag en het binnenwerk goedgekeurd – dat wordt heel mooi! – een ISBN aangevraagd, een kort artikel over tijdverspilling (ik had toch niets te doen) op mijn website gepubliceerd – https://www.hansverster.nl/ – en bezig geweest met het organiseren van een boekpresentatie. Dat laatste gaat niet door … niet vanwege visioenen als hierboven, hoor. Ik was niet overtuigd van de opties, te groot, te klein, past niet goed bij de gelegenheid, enz. Ik geef nu een borrel voor mijn directe collega’s en i.p.v. een wethouder heb ik het afdelingshoofd gevraagd iets te zeggen … nu maar hopen dat hij geen PP-presentatie meeneemt om mij te pesten. Maar de lijst van wat ik nog moet doen voor vrijdag de 13e is lang: zorgen dat In de Tusschentijd zo snel mogelijk te krijgen is als drukwerk en eBoek, zorgen dat zo veel mogelijk mensen weten van het bestaan van mijn boek en van mij als schrijver, enz. Ik hou je op de hoogte.