Tagarchief: burn-out

‘Tijd’ volgens de psychomechanica

In mijn studie psychologie ben ik indertijd heel wat onzinnige theorieën tegengekomen. Dus daar mag ik er wel eentje van mezelf tegenoverstellen: de psychomechanica.

In de psychomechanica wordt tijd gezien als een rivier. Dit heb je natuurlijk al gaapverwekkend vaak gehoord, maar het verschil van de psychomechanische visie zit in de uitwerking. Bij klokkentijd ga je er vanuit dat het leven van alles en iedereen – van mensen, dieren en planten – op ieder moment en op iedere plek op aarde zich met hetzelfde tempo voortbeweegt. Tijd zou bestaan uit gelijke, inwisselbare eenheden, die je naar believen kunt opdelen of samenvoegen. De zestig seconden halverwege een twee maanden durende voetreis zou evenveel zijn als de zestig seconden uit het laatste uur voor zijn terechtstelling van een ter dood veroordeelde. Dit kan beter.

Tijd stroomt om te beginnen bij de één harder dan bij de ander. Maar hoeveel tijd er op een bepaald moment langs stroomt, hangt natuurlijk ook af van hoe breed en diep je tijdstroom is. Je hebt mensen die erg breed leven en anderen vooral diep. Weer anderen leven heel intens in een brede, diepe, kolkende stroom en tenslotte zijn er mensen die zo stil leven dat je héél goed moet kijken om te zien of dat verstilde, zilveren kronkellijntje eigenlijk wel beweegt. En zoals een rivier wordt gevoed door duizend en één verschillende bronnen, zo wordt een mens gevoed door duizend en één verschillende dingen. Een mens wordt gevoed door zijn dingen, maar als je die niet op hun beurt voedt is het daar gauw mee afgelopen. Eén van de hoofdwetten van de psychomechanica – ik ben even kwijt de hoeveelste – is dat tijd ontstaat uit de wrijving tussen een mens en zijn dingen. Mensen die veel dingen doen, hebben veel meer tijd dan mensen die weinig doen. Als je het druk hebt, dan doe je tussendoor vaak nog meer dan als je niets te doen hebt. Niets kost zo veel tijd als een lege dag. En dat we zuinig moeten zijn op onze tijd, weten we nu er zo veel mensen kampen met een burn-out. “Ledigheid is des duivels hoofdkussen” zegt een bekend gezegde, maar ik heb de duivel helemaal niet nodig om te verklaren hoe slecht leegheid is voor je tijdspiegel. De volheid of leegte van je leven op een bepaald moment heeft er trouwens niets mee te maken of je feitelijk iets doet of niet. En al helemaal niet met nuttigheid. Integendeel, zou ik zo zeggen – het grootste deel van alle drukte en al het gedoe wat je om je heen ziet, is alleen maar compensatie van de leegte. Het werkt zelfs averechts. Een leven dat voldoening geeft, dat is waar het allemaal om gaat en hoe minder je daarvoor hoeft te doen, hoe beter het is. En dit is een opbeurende gedachte voor de zondagochtend.

Creativiteit voor iedereen

Stel je komt een vriend tegen die je al langere tijd niet hebt gezien en je zit een avond lang te bomen over van alles en nog wat. De onderwerpen die de revue passeren zullen niet allemaal nieuw zijn, maar je zit ook geen uit je hoofd geleerd verhaaltje af te draaien. Je kunt zeggen dat je in meer of mindere mate dingen hebt gezegd die je van tevoren niet in je hoofd had. Je hebt m.a.w. iets nieuws gedaan, oftewel je bent creatief geweest. Je ziet het, creativiteit is iets wat iedereen doet.

Ook over improvisaties in de jazz kun je zeggen dat er in meer of mindere mate dingen worden gespeeld die er daarvoor niet waren. De ene keer slaat de vlam in de pan en de andere keer vervallen de musici in hun oude riedels. Het is net een gesprek. En jazzmusici net gewone mensen, ze komen niet van Mars. Alleen zijn de verwachtingen op het podium hoger dan in de huiskamer, vandaar het hoge aantal ‘bedrijfsongevallen’ met drugs e.d.

Maar ook al sta je niet op het podium, er is altijd een verschil tussen geïnspireerd of juist mat je dingen doen. Een jazzmusicus die te lang ongeïnspireerd op het podium staat, wordt door het publiek afgeschreven, maar ook in het dagelijkse leven wordt een gebrek aan inspiratie uiteindelijk afgestraft: je brandt op, je krijgt een burn out.

Misschien kun je inspiratie en creativiteit zien als de innerlijke en uiterlijke kant van hetzelfde proces. Inspiratie is een ander woord voor geestkracht, en creativiteit is het resultaat naar buiten toe. Er is ook een wisselwerking tussen die twee. Lukt het om creatief te zijn, dan kan dat inspiratie geven. Maar weet je onvoldoende ruimte voor je creativiteit te vinden, dan verdwijnt je inspiratie. Maar je kan ook je inspiratie uitputten door te hoge eisen aan wat eruit komt. Iedereen met een creatief beroep zal dat herkennen. En dat creativiteit volgt uit inspiratie.

Inspiratie wordt wel eens vertaald met ‘goddelijke inblazing van de geest’. Dit suggereert iets wat ongrijpbaar is. Ik denk dat dat inderdaad geldt voor dat cruciale moment in het creatieve proces, de creatieve ingeving. Het woord zegt het al: een creatieve ingeving krijg je. Dat werkt niet op bevel, dat komt spontaan. Dit is de poëtische associatie van de dichter, het vernieuwende inzicht van de wetenschapper, die splijtende pass van de voetballer en al die creatieve momenten van musici, art directors, architecten, enz. Maar zoals ze dat zo mooi zeggen in het voetbal ‘succes dwing je af’. Je kunt heel veel doen aan de kans dat zich zo’n creatief moment zich voordoet. En aan je scherpte om dat moment onmiddellijk te grijpen.

Een ernstig geval van workaholisme

Ik geef het toe, ik ben zelf ook een ernstig geval van workaholisme. Altijd moet er iets, nooit kan ik eens even niets doen. Maar, moet ik mezelf nageven (ik ben me d’r eentje), ik doe dat wel op een creatieve manier. Het komt wel uit mezelf. Meestal. En daardoor leef ik wel in mijn eigen tijd, in mijn eigen Tusschentijd. Zeven jaar heb ik gewerkt aan mijn boek (tussen alle drukte door). In mijn eentje. Maar doordat ik heb weten vast te houden aan het werken vanuit mijn inspiratie, mijn creativiteit, en me niet heb laten opjagen door doelen buiten het schrijven, heeft me dat veel voldoening gegeven. Natuurlijk had ik mijn ups en downs, maar het meeste was positief. Ik denk wel eens dat dat me behoed heeft voor een burn-out in mijn andere werk: ik had voor mezelf altijd nog mijn schrijven waarin ik me kon uitleven, waarin ik me helemaal kwijt kon.

En dat werken vanuit mezelf probeer ik ook nu vast te houden in deze fase van distributie perikelen. Het is namelijk nog steeds niet gelukt om de distributie van mijn boek als eboek goed te regelen. De technische problemen bij het uploaden naar Apple Bookstore zijn nog niet opgelost en iedere keer blijkt de Nederlandse eboekenmarkt nog weer meer versnipperd te zijn. Nu blijkt dat eBoekhuis maar een deel van de Nederlandse webshops van eboeken te voorzien. Een Belgische partij, epagine.nl, is hier flink aan de weg aan het timmeren. Ik ga daar waarschijnlijk ook een overeenkomst mee sluiten.

Ondertussen is het te laat geworden om nu nog voor de zomervakantie recensie-exemplaren rond te sturen. Tenzij iemand natuurlijk goede argumenten heeft om dat juist wel te doen. In komkommertijd grijpen de media alles aan. Nu ik dat zo zeg, begin ik toch te twijfelen.