Tagarchief: literatuur-cloud

Schrijven is leven als een monnik, toch?

Mijn laatste blog dateert van 25 maart – erg lang geleden! En dat terwijl ik zo veel te vertellen had. Binnenkort gaat er heus een vervolg komen over onder meer mijn idee voor een ‘literatuur-cloud’, maar de afgelopen weken heb ik even voorrang gegeven aan mijn volgende boek. De hoofdzaak is voor mij het schrijven van fictie en als daar schot in zit, dan maak ik daar zo veel mogelijk gebruik van. Iedereen die regelmatig ‘iets moet bedenken’ zal dat herkennen. Het was met andere woorden om een positieve reden.

Ruim een jaar geleden ben ik parttime gaan werken om meer tijd te hebben om te schrijven. Dat valt echter nog niet mee om de vrijgekomen tijd daar ook daadwerkelijk aan te kunnen besteden. Om zo productief te zijn als ik eigenlijk zou willen – ieder jaar een boek – zou ik moeten leven als een monnik. En dat gaat mij te ver, ik wil ook nog enig sociaal leven hebben. OK, en een beetje tijd om te lezen, films te kijken, muziek te maken, te zeilen, film en fotografie en nog zo wat.

Mijn vorig jaar, na zeven jaar werk, gepubliceerde eerste roman heb ik geschreven naast een drukke, fulltime baan. Vat het maar zo op dat ik wel een enorme liefhebber moet zijn om zoiets tot een goed einde te brengen. Overigens is dat nog waar ook: alleen door heel zuinig te zijn op mijn inspiratie heb ik dat vol kunnen houden. Dat deed ik door mij op geen enkele manier onder druk te laten zetten: ik schreef wat mij beviel, niet meer en niet minder. Op deze manier werd het niet nog eens een extra taak naast mijn baan, maar bleef het een ‘passie’ (ik haat het woord ‘hobby’). Ik heb wel eens het idee gehad dat mij dat heeft behoed voor een burn-out. En monniken met een burn-out ken ik niet. Maar ik ken er ook niet zo veel.

 

Waar blijft een Nederlandstalige literatuur-cloud?

Een paar jaar geleden was ik als aspirant schrijver op zoek naar een uitgeverij. Na een korte rondgang langs de diverse websites besloot ik mijn eerste roman, ‘In de Tusschentijd’, toch maar zelf uit te geven. De vanzelfsprekendheid waarmee er vanuit werd gegaan dat publiceren nu eenmaal door een uitgeverij gebeurde, vond ik niet meer passend anno 2012. Tekenend was een uitspraak van uitgeefster Lidewij Paris: ‘als je een contract met een uitgever op zak hebt, dan mag je je een schrijver noemen’. Bovendien kwam hooguit een paar procent door de strenge selectie. Zo’n scheve verhouding kan niet tot iets goeds leiden. Als kersverse schrijver/uitgever kwam ik er vervolgens achter dat de literaire wereld van Nederland een uitgeverswereld is, geen schrijverswereld. Het is de vraag of dat gunstig is voor de Nederlandstalige literatuur.

Versnippering van online platforms

Het eerste deel van mijn doe-het-zelf uitgeef-traject leverde weinig obstakels op. Er is een ruim aanbod aan dienstverleners voorhanden, van schrijversscholen en zelfstandig redacteuren tot en met vormgevers, illustratoren en (Printing on Demand-) drukkers. Voor kleine uitgevers zoals ik is het CB Compact Centraal Boekhuis beschikbaar, een nog enigszins betaalbare dienst om je boek in de catalogus van iedere boekwinkel in Nederland en Vlaanderen te krijgen. Het probleem – en de gemiste kans – zit in de distributie van eboeken. Dit is hopeloos versnipperd – ik heb vier partijen nodig voor een redelijke beschikbaarheid – en nodeloos duur. Dit terwijl de lage kosten van productie en distributie van eboeken de huidige verschraling juist zou kunnen tegengaan (zie hieronder).

Een uitgeverswereld, geen schrijverswereld

De Boekenweek is één van de vele literaire evenementen waarmee de literatuur op de kaart wordt gezet. Ook het hele circus rond de literaire prijzen zet de diverse schrijvers en hun boeken aardig in het zonnetje. Alle lof voor de ontelbare organisaties die dit allemaal voor elkaar krijgen. De keerzijde is echter dat als je niet bij de club hoort, je des te meer buiten beeld valt. En zonder recensie hoor je er niet bij. En het lijkt erop dat je die ook niet krijgt als je boek niet is uitgegeven door een bekende uitgeverij. Althans, ik heb driekwart jaar na het uitgebreid rondsturen van recensie-exemplaren geen enkele reactie gezien. Vervolgens nodigen organisatoren van literaire evenementen je ook niet uit, want zonder recensie trek je geen publiek. Soms zijn er ook formele redenen: de reglementen van een literaire prijs schrijven voor dat alleen schrijvers van literaire uitgeverijen werk kunnen insturen. Het is natuurlijk de vraag of dat nog van deze tijd is. Zelfs de VSenV, de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, laten je alleen toe ‘als er tenminste één door u geschreven literair werk van substantiële omvang onder redelijke voorwaarden is gepubliceerd door een professioneel geleide uitgeverij’. Overigens ontbreekt van alle (koepel-)organisaties van uitgevers, boekverkopers en bibliotheken nota bene de VSenV in de CPNB, de organisator van onder meer de Boekenweek. Zoals ik al zei, de Nederlandse literaire wereld is geen schrijverswereld, maar een uitgeverswereld.

Betere balans in de muziekwereld

In de muziekwereld was een contract bij een platenmaatschappij gedurende meer dan een halve eeuw de heilige graal. Vooral toen het slechter ging met deze bedrijven en het moeilijker werd om binnen te komen, zouden de meeste acts hun muzikale ziel verkopen voor een contract. Pas toen de grote platenmaatschappijen, de ‘majors’, alle acts onder een bepaalde schaal eruit gooiden, begon iedereen noodgedwongen voor zichzelf. Inmiddels is er een gezondere balans ontstaan tussen enerzijds zelf beginnen en shoppen bij uiteenlopende diensten-aanbieders voor boekingen, opnames, productie en distributie van albums, enz. en anderzijds alles onderbrengen bij een grote maatschappij met een totaalpakket. Het was natuurlijk ook zo dat zo’n grote maatschappij lang niet altijd goed was voor een act. En andersom. In ieder geval niet in hun begintijd. De muziekwereld ademt weer meer. En dat kan de Nederlandse literaire wereld ook goed gebruiken: ruimte voor nieuwe aanwas, voor experimenten en nieuwe ontwikkelingen, voor nieuwe literaire ‘producten’, diensten, enz. Een Nederlandstalige literatuur-cloud zou die ruimte kunnen bieden.

Een Nederlandstalige literatuur-cloud

Met een Nederlandstalige literatuur-cloud bedoel ik een groot online platform waar iedereen die iets te bieden heeft in de literatuur in Nederland, laagdrempelig plaats kan krijgen. Denk aan gecontracteerde en onafhankelijke schrijvers, uitgevers, literair agenten, bibliotheken, evenementen-organisatoren, media, recensenten, literaire kringen, dienstenaanbieders voor crowdfunding, workshops, redactie en coaching, aan boekwinkels, antiquariaten, enz. Iedere deelnemer onderhoudt zijn eigen informatie en uitgebreide zoekmogelijkheden zorgen voor de ontsluiting. Door deze concentratie van het aanbod creëer je dè plek waar de literatuurliefhebber wil zijn. Alle partijen kunnen zo hun publiek bereiken en er ontstaat meer ruimte voor experimenten en nieuwe ontwikkelingen. Gebruik de potentie van internet in plaats van ertegen te vechten.